- 20 -
nr. 9
izicht
NOTULEN
min
sre
/eren.
ijven
t
.e
ik,
in
:ot
i"s
sn
idere
bepaald
2ft
de
n
e
lmatig
ver
en
van
ter,
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente
Soest op donderdag 18 september 1986 te 19.30 uur.
Voorzitter: de heer mr. P. Scholten, burgemeester;
Secretaris: de heer W.P. de Kam.
Aanwezig de leden: J.A. Baks, G. Beijen, mevr. A. Blommers-Biezeno, C.
Boerkoel, A.W. van den Breemer, J.J. Ebbers, J. van Esseveld, R.E. van
Gelder, mevr. B.M. Gerritse-van Ee, mevr. J. Greefhorst-van Overdam,
F. Kingma, A.F.M. Krijger, mevr. A.M. Meijer, W.R. Meilof, J.L. Menne,
G.A.W.G.A. Plomp, A.E.C. Pothuizen, mevr. W.A.A. Stekelenburg-Ruitenburg,
H. Strietman, mevr. A.D. Tomassen-HolsheimerC. Verheus, J.Visser, R.Wijmenga.
Afwezig met kennisgeving: W.A. Blaauw, R.A. van Logtenstein, J.Th. Oudemans
en mevr. M.J. Weidema-Woensdregt.
VOORZITTERAls iedereen zijn plaats heeft ingenomen, dan wil ik graag
deze vergadering openen, niet dan met een welkomstwoord voor de velen die
hier vandaag aanwezig zijn. Ik ben niet teleurgesteld na ons verzoek om
in groten getale hierheen te komen. Ik heb de indruk dat de tribunes tot
de laatste plaats zijn bezet. Zo had ik het willen zien en zo is het gebeurd.
Dat verheugt mij. Ik zou verder willen meedelen dat er vier leden van de
raad, de heer Blaauw wegens een korte ziekte, maar dat gaat gelukkig al
weer beter, de heer Van Logtenstein, de heer Oudemans en mevrouw Weidema,
met kennisgeving afwezig zijn.
We hebben vanavond een bijzondere agenda. Om niet met diegenen die het
reglement van orde uit hun hoofd kennen in conflict te geraken, zullen
we het zo doen dat, nu we me,vrouw Kaal hebben uitgenodigd om op het eerste
agendapunt, n.1. het punt dat tot nu toe op 14 stond vermeld, het voorstel
met betrekking tot het bezwaar tegen het concept-plan voor de bejaarden
oorden provincie Utrecht 1987-1990, ik voor die gelegenheid even de vergade
ring schors, zodat zij nu kan spreken.
Ik moet u wel zeggen, mevrouw, dat het bij iedereen hier aanwezig van de
gemeenteraad en de gemeentesecretaris, nog nimmer is voorgekomen dat iemand
uitgenodigd werd om in de raad voor een dergelijk punt te spreken. Wij
hebben dat gedaan omdat wij vonden dat met name de mensen waar het om gaat
zelf in het brandpunt van de belangstelling behoren te staan en de gelegenheid
behoren te hebben om zelf te zeggen wat ze op hun hart hebben. Dat u dat
nu namens hen allen mag doen en wilt doen daar ben ik bijzonder blij om
en wij geven u dan ook gaarne de gelegenheid om nu te zeggen wat u te zeggen
heeft over de dreigende sluiting van Molenschot.
Mevr. KAAL: Mijnheer de voorzitter, dames en heren. Het heeft mij enorm
gerustgesteld dat alle gemeenteraadsleden zich net zo verontwaardigd toonden
als wij in Molenschot. Ik hoop dat uw enthousiasme om met ons samen de
strijd voort te zetten tot het einde van de rit zal duren. Wij ouderen
zijn niet onmondig, maar geestelijk en lichamelijk zijn we niet meer in
staat weer een strijd aan te binden. Onze generatie heeft al veel strijd
geleverd, de crisisjaren, de-oorlog en de wederopbouw hebben heel veel
van ons gevergd. Ik ben nu 91 jaar en moet ik nu op deze leeftijd weer
gaan strijden om een plaats te krijgen? In een tijd waarin zo tegen discrimi
natie gestreden wordt in onze samenleving schijnt men toch geen moeite
te hebben met de oudere burgers te discrimineren. Wij krijgen het gevoel
behandeld te worden als een wegwerpartikel.Wij ouderen zijn over de jaren
heen een financiële sluitpost van de diverse begrotingen in het overheids
beleid. Wij zijn opgegroeid en hebben geleefd in een tijd dat wij leerden
achting en respect te hebben voor de hogere heren en overheden. Als ouderen
hebben we misschien te lang geaccepteerd en geslikt wat over ons werd beslist.
'ij
o
i