-19-
23 januari 1986
ouders nog laten adviseren in de medezeggenschapsraden.
Los van de wens dat we eigenlijk het liefst de grote fusie hadden gezien,
zit er toch een stuk afgewogen oordeel in de statuten dat zoveel mogelijk
de consequentie wordt aanvaard als we willen dat mensen meer te maken hebben
met hun eigen besluitvorming. Wij steunen nu dan ook voluit het voorstel
van het college.
Wethouder MENNE: Voorzitter, ten aanzien van het aantal leden in het bestuur
voorzien de statuten in een goede besluitvorming. Ik zie niet in dat daar
een wijziging in zou moeten komen.
Voor wat de openbaarheid betreft het volgende. De medezeggenschapsraad
heeft gereageerd na erover gesproken te hebben met ouders etc. In hun
reaktie wordt niet gesproken over een al dan niet openbare vorm. Wel had
men bezwaren tegen een fusionering in één keer met de l.b.o.
Het verschil met andere scholen is dat de medezeggenschapsraad hier instem
mingsrecht heeft en dat maakt het niet eenvoudiger om tot elkaar te komen.
De openbaarheid dient, waar mogelijk, te worden ondersteund. Dat ben ik
helemaal met mevrouw Meijer eens. Maar dat hebben we ook al die tijd getracht
te doen naar de partners toe. Dat is niet gelukt, dat geef ik toe.
Er komt nu een nieuwe school op algemene grondslag, waarbij de presentatie
naar buiten toch voor iedereen toegankelijk is.
We moeten de hele gemeente besturen en als we het l.b.o. Eemland niet willen
verliezen, dan moeten we daar inderdaad een concessie voor doen.
Aan de andere kant zijn van de zijde van de Van der Huchtschool ook
concessies gedaan, die op blz. 4 van het raadsvoorstel nog eens zijn
samengevat. Dat moet u ook erkennen.
Mevrouw Meijer vraagt zich af wat de gemeente verkeerd gedaan zou hebben.
Ik denk dat het daar helemaal niet om gaat, het gaat erom waar de andere
partner voorkeur aan wil geven. Het openbaar onderwijs is niet minder dan
het bijzonder onderwijs, daar moet het niet in gezocht worden. De fusie
partner meent dat een andere bestuursvorm niet veel verschil maakt voor
het kind en voor de ouders.
Heer VISSER: Over het instemmingsrecht van een medezeggenschapsraad wil
ik nog opmerken dat als mijnheer Menne voet bij stuk had gehouden en de
zaak voortvarend had aangepakt in het streven naar een grote fusie, dan
had de medezeggenschapsraad er niet mee ingestemd, maar dan hadden we het
wel gewonnen bij de geschillenraad, omdat het belang van het onderwijs
voorop staat. De grote fusie zou dan zijn doorgegaan. Nu is de weg van de
minste weerstand gekozen en de wethouder zegt nu dat we ons erbij neer
moeten leggen, dat het niet anders kon. Ik ben het dan niet met hem eens.
Heer VAN DER BLINK: Het komt erop neer dat u de mensen iets door hun strot
wil drukken dat ze niet willen, mijnheer Visser.