23 oktober 1 986
- 20 -
plezierig dat er straks, na de transactie geen enkel risico meer over blijft.
Dat was alleen de doelstelling dus niet, de doelstelling was het bijdragen
aan het creëren van werkgelegenheid, aan het bieden van kansen aan degenen
"die op eigen kracht iets wilden doen. De paar keer dat we hierover gesproken
hebben, voor het laatst was dat in het voorjaar van 1985, daar is toen
al zorg uitgesproken over wat er gebeurt als je een projectontwikkelaar
in deze situatie betrekt, want dat biedt -naast misschien goede kansen-
in ieder geval ook duidelijk kwade kansen. Zoiets als we nu willen met
een projectontwikkelaar realiseren zou ik echt een huzarenstukje willen
noemen. Nu, wij vinden dus dat het geen huzarenstukje is geworden. Maar
wat nu wel is gebeurd, is dat we in een stadium zijn gekomen waarin we
zoveel verwachtingen hebben gewekt dat er moreel in ieder geval geen weg
meer terug is in onze ogen. Het werkgelegenheideffect is, voor zover we
hebben kunnen zien, drie mensjaren, iets meer of iets minder. Dat is een
niet gering offer voor de prijs die daarvoor staat. Het is met deze ferme
tegenzin, die we u in het voorgaande hebben laten proeven, dat wij wel
met het voorstel akkoord zullen gaan.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, er zitten uiteraard verschillende
aspecten aan deze zaak. Het is bekend dat wij, toen wij aan deze zaak begonnen,
allen daar een bepaalde mening over hadden hoe een ambachtsverzamelgebouw
zou kunnen worden gevuld. Het is ook bekend, dat is ook in de commissie
meegedeeld, dat wij wat dat betreft niet die richting uitgingen zoals we
dat oorspronkelijk hadden gewild. Dat we wat dat betreft dus hier in de
raad enige teleurstelling constateren, is denk ik volkomen terecht. In
de periode dat wij ons met het ambachtsverzamelgebouw hebben bezig gehouden
en met velen daarover hebben gesproken, hebben wij ook steeds in de gaten
gehouden hoe wij het beste de oorspronkelijke doelstelling zo dicht mogelijk
konden benaderen. Het blijkt toch dat in de praktijk er steeds sprake is
van risico's die dit soort zaken met zich meebrengt, vooral ook als je
de zaak bespreekt met in dit geval ABeCo; men zit natuurlijk met bepaalde
risico's. Wij hebben ook geconstateerd dat er natuurlijk enerzijds een
bijdrage van de gemeente in de grondkosten is die een rol speelt, dat de
Provincie akkoord gaat met de zaak zoals die nu is voorgesteld en daar
ook een subsidie aan verbindt. Ik vind het wel belangrijk dat de Provincie,
die voor wat betreft de subsidiëring natuurlijk wel haar regels kent, vindt
dat dit project daaraan voldoet. Ik vind dat dat een belangrijk gegeven
is. Het derde punt is degene die zich daarop gaat storten en die ook bepaalde
risico's neemt. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat wij langzamerhand
daarmee een kant uitgingen die wat ons betreft nog net kon. Vandaar dat
wij ook met dit voorstel zijn gekomen. Inderdaad is het juist dat gezegd
is -en dat kan als dreiging overgekomen zijn of niet, maar dat was zeker
niet de bedoeling- dat wij van de provinciale subsidie slechts gebruik
kunnen maken voor zover dit jaar daarover beslissingen worden genomen.
Ik ben van mening, mijnheer de voorzitter, dat wij voor wat betreft het
voorstel op dit moment het uiterste hebben bereikt. Nu zijn er een aantal
vragen gesteld, waarvan ik er even twee meeneem in de hoop dat de zaak
van de huurgarantie door de collega kan worden overgenomen. Er is gesteld
dat kleine starters er inderdaad in zouden moeten, maar dat grotere er
later weer uit zouden moeten. Ik denk dat dat juist is, waarbij dus gesproken
is over een aantal units van drie. Ik denk dat dat een juiste benadering
is, dat het zelfs misschien vanzelf zal gebeuren, maar dat is natuurlijk
iets waar we hier verder niets mee kunnen doen. Ik vind dat juist.
Dan de termijn van minstens tien jaar. Wij hebben met ABeCo daarover gesproken
en ABeCo heeft zich verbonden om dat verzamelgebouw te allen tijde te hand
haven. Dat wil zeggen dat wat dat betreft wij er inderdaad vanuit moeten
gaan dat het bedrijfsverzamelgebouw ook bedrijfsverzamelgebouw blijft.
Mijnheer de voorzitter, ik zou tot zover in mijn beantwoording kunnen gaan,