nr2
- 1- 20 februari 1986
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente
Soest, op donderdag 20 februari 1986, te 19.30 uur.
Voorzitter: de heer mr. P. Scholten, burgemeester;
Secretaris: de heer mr. J.J. Nieuwenhuijzen, loco-secretaris.
Tegenwoordig de leden: D Arnold, G. Beijen, W.A. Blaauw, J.A. Blom, mevr.
A. Blommers-Biezeno, A. Bolhuis, J.J. van den Brakel, A.W. van den Breemer,
G. van Brummelen, J.J. Ebbers, J. van Garderen, R.E. van Gelder, mevr.
J. Greefhorst-van Overdam, F. Kingma, W.H. van der Klink, A.F.M. Krijger,
R.A. van Logtenstein, J.L. Menne, mevr. A.M. Meijer, mevr. J.G. Nolen,
J.Th. Oudemans, G.A.W.G.A. Plomp, A.E.C. Pothuizen, F. Ribbink,
H. Strietman, C. Verheus en J. Visser.
De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom.
1. Vaststelling van de notulen van de openbare vergadering van 18 november
1985.
Deze notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
2. Ingekomen stukken.
a. Initiatiefvoorstel d.d. februari 1986 van de fraktie van de Partij van
de Arbeid, inzake het instellen van een gemeentepremie voor vrije sektor
huurwoningen, met het voorstel dit in handen te stellen van burgemeester
en wethouders om advies.
Zonder diskussie en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform
hetgeen door burgemeester en wethouders is voorgesteld.
3. Vragenhalfuurtje
Er zijn geen vragen binnengekomen.
4. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit (Landelijk Gebied)
Het voorstel wordt zonder diskussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen
5. Voorstel tot het vaststellen van hef bestemmingsplan 'Smitsveen'.
Heer EBBERS: Voorzitter, de VVD-fraktie schaart zich geheel achter het
standpunt dat twee leden van uw college innemen, met betrekking tot het
uitsluiten van de mogelijkheid tot het vestigen van een jeugdsociëteit
Wij hebben nu voor de derde keer een gewijzigd exemplaar van het voorstel
ontvangen, maar daar is nog steeds geen uitsluiting van deze zaak gereali
seerd. Ik stel voor om dat hier toch ergens in op te nemen, zodat recht
gedaan wordt aan het feit dat daar de nodige bezwaren tegen zijn.
De noodzaak van een jeugdsociëteit daar is nog niet aangetoond. De op
merking dat daar iets moet komen is helemaal niet onderbouwd.
Heer VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, uit het begeleidend schrijven hebben