- 32
17 november 1 986
- 33 -
aarmee
zo
-ift
liend
3/1990
)t
Joest
ir
irmee
Le
laken
|g
;hte
zijn
Ier
van
■•k
cingen
Ier-
mie
jecten
innings-
:aken.
it
:t
ïden
:r
dat
;teeds
Dat
:ie
linde-
.seur
.d
'P
leel
igelijk
.k
:n
:n
:n
:n
.e
het
eu-
beheer. Ik denk dat rond dat voorstel en de opmerkingen die daarover te
maken zijn misschien ook andere problemen aan de orde zouden kunnen komen.
Dat zal wel op korte termijn moeten, daar hebben we haast mee vanwege het
feit dat de commissie welzijnsplanning met haar activiteiten voor het komende
jaar binnenkort weer van start wil gaan en dat het erg moeizaam zal zijn
om die mensen aan de gang te laten gaan terwijl er nog zo'n discussie boven
de markt zweeft. Dat lijkt me niet terecht.
Het Dorpshuis Soesterberg. Daarover is, nadat in het college uitgebreid
beraad was geweest, overleg geweest met de werkgroep die daar door de raad
is ingesteld. Men kwam tot de conclusie dat vóór 1 maart 1987 er uitgewerkte
voorstellen op tafel zouden moeten kunnen liggen van de kant van de werkgroep.
Dat lijkt mij een goede afspraak. Ik denk dat het op dit moment misschien
ook interessant is voor u om te weten wat binnen de werkgroep aan de orde
is geweest Ik denk dat ik voor de commissie ter inzage kan leggen wat
er tot dit moment gebeurd is. Daarin treft u dan ook aan op zich een aanzet
tot een discussie over jeugdwerk. U weet, het raadsbesluit van 1983 was:
het jeugdwerk in het Dorpshuis. Dat wil dus zeggen dat de oudere-jeugd-
activiteiten in zaal E. Vanuit de werkgroep zijn geluiden gekomen waaruit
men kon opmaken dat er toch vragen gesteld moeten worden of het wel zo
verstandig is om dat te doen en daarbij speelt met name de feitelijke overlast
die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden rond de Carolusschool een belang
rijke rol.
Naar D'66 toe denk ik dat daar waar het over werkgelegenheid gaat en u
over langdurig werklozen sprak, ik u nog maar eens moet herinneren aan
het feit dat per 1 oktober een project is gestart, samen met het Gewestelijk
Arbeidsbureau, om met name voor de langdurig werklozen die al te lang
-ook naar hun idee- naar werk zoeken wat intensiever te gaan kijken en
die mensen ook duidelijker te gaan benaderen en mogelijkheden te bieden
om ze op die manier voor allerlei faciliteiten in aanmerking te laten komen
zodat ze hun positie op de arbeidsmarkt kunnen verbeteren.
U heeft ook een opmerking gemaakt over de vierjarigen en het peuterspeelzaal-
werk in het kader van de bezuinigingen op onderwijs. Ik moet zeggen dat,
gegeven het feit dat men in Den Haag niet stond te springen om die vierjarigen
nog langer uit het basisonderwijs te houden, wij ons voorlopig in dat geheel
niet hebben verdiept.
Van de kant van Progressief Soest is benadrukt dat -wat ik maar even zo
samenvat- een breed jeugdbeleid nodig blijft en dat er voorzichtigheid
nodig is en tegelijkertijd toch een duidelijke aanpak, terwijl u in dat
licht opmerkingen maakt over de functie van de Vrije Teugel en de vacature
die er bij de Molensoos is, deel ik op zich die ongerustheid gezien de
ontwikkelingen die er zijn, met name in de wijk Overhees. Ik weet alleen
dat op verschillende fronten er pogingen ondernomen worden om dat probleem
in de touwen te krijgen en ik hoop dat het lukt óm binnen afzienbare tijd
die openluchtrecreatie niet meer openluchtrecreatie daar te laten zijn,
want ik heb de indruk dat de wijk niet optimaal geschikt is voor het soort
openluchtrecreatie die de opgroeiende jeugd daar denkt te kunnen genieten.
Over de opmerkingen van de heer Meilof met betrekking tot emancipatie kan
ik één ding zeggen, namelijk dat ik denk dat hij los van de inspiratiebron
die bij iedereen verschillend kan zijn, als we dat even terzijde laten,
dat is voor u denk ik wat moeilijk, voor mij wat eenvoudiger, maar als
we het louter bekijken op zijn inhoudelijke menselijke facetten dan denk
ik dat u gelijk heeft met uw constateringen en ik denk ook inderdaad dat
als emancipatiebeleid een bijdrage zou zijn aan het verlengen van het
ik-tijdperk dat het een hele slechte zaak zou zijn voor de samenleving,
want niet voor niets gaat het hier om een samenleving.
VOORZITTER: Ik heb nog een zaak recht te zetten, namelijk het voorlezen
van de moties van de heer Visser, zodat ze ook vastliggen in de notulen.
ig
r
5
1