1 O april 1986 - 2 - c. Afschrift van het Koninklijk Besluit van 14 maart 1986, nr. 9 betreffende herbenoeming van de heer Mr. P. Scholten tot burgemeester der gemeente Soest met het voorstel van dit besluit kennis te nemen. Heer VERHEUS: Mijnheer de voorzitter, bij dit ingekomen stuk, waarvan het college voorstelt er kennis van te nemen, wil ik toch even iets zeggen. In overleg met de andere fraktievoorzittersdoe ik dat met veel genoegen namens alle in deze raad vertegenwoordigde politieke groeperingen. U bent met ingang van 1 april j.1. door Hare Majesteit de Koningin her benoemd tot burgemeester van onze gemeente. Daarom richt ik me niet tot u als voorzitter van deze raad, maar ik wil u, mijnheer Scholten, namens de raad van harte gelukwensen met uw herbenoeming tot burgemeester van Soest. En ik wil daaraan tevens, namens ons allen, de wens toevoegen dat het u gegeven mag zijn om in de komende tijd én als voorzitter van de raad en college én als burgemeester van onze gemeente in goede gezondheid uw werk te kunnen doen in het belang van ons dorp en haar inwoners. VOORZITTERDank u zeer, mijnheer Verheus en leden van de raad. Ik stel deze woorden zeer op prijs. 4. Vragenhalfuurtje. Er zijn geen vragen binnengekomen. 5. Voorstel tot heroverweging gemeentelijke organisatie. Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, als we gaan praten over heroverweging gemeentelijke organisatie, dan praten we op een gegeven moment over de aanpassing van de organisatie. Veranderingen van organisaties zijn altijd hele moeilijke zaken en hoe dichterbij het gaat komen wat je misschien concreet zou willen veranderen, hoe moeilijker het wordt voor degenen die het mee zullen maken, die het zullen ondergaan. Desondanks moet ik nu vooraf zeggen dat ik het respekteer dat zoveel medewerkers van de gemeente die stap hebben durven maken, door te vinden dat men over kan gaan naar een beleidsintegratie wat betreft de werkwijze van de gemeente. Die stap is niet vanzelf gekomen, daar is nog wat aan vooraf gegaan. Op een gegeven moment hebben we gekozen voor een procedure die kort was -maar een half jaar- en daardoor hier en daar wel wat bezwaren opriep, maar waarin veel werk is verzet, mede dankzij de ondersteuning van een bureau, maar vooral dankzij de medewerking van diegenen die ideeën moeten inbrengen vanuit hun eigen organisatie, vanuit hun eigen werkplek. De procedure heeft geleid tot een werkconferentie met daarbij de vertrouwensmensen, om te zien wat men als gemeente de komende jaren zou moeten doen om zo burgergericht mogelijk te kunnen werker., doelmatig en efficiënt. In januari ging de procedure verder met een voorlichtings ronde, een aparte stap die ik in andere gemeenten niet ben tegengekomen: voorlichting vóór de inspraak uit. Toch is het goed dat we de procedure zo gevolgd hebben, want in die voorlichtingsronde kwamen toch al zoveel opmerkingen dat het noodzakelijk bleek om het rapport, voordat het in de inspraak zelf gebracht werd, grondig aan te passen. Dat heeft tijd gekost, extra werk en extra geld. Echter, alle gegevens die op tafel zijn gelegd in de procedure en het onderzoek, zijn niet weg; die hebben we nog een keer nodig. Op dit moment is het besluit wel minder omvangrijk geworden dan in januari mogelijk nog werd gedacht. Wat nu voorligt is een plan tot beleidsintegratie, met in de lay-out van het voorstel nog een paar zaken; waar ik nu wat opmerkingen over wil maken.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1986 | | pagina 61