23 januari 1986
er
/aaraan
3e we
ls
re voor-
maken
de
vorden
sn we
gt. Als
;enties
willen
lie her-
n de
lijk om
dan niet
it en
ling van
ven ter
en aantal
nota
in de
neb ik niet
an ze zijn.
rt het
ngen zou
die zaken
Lem uit om
an zal het
omen. Voor
anuit een
dan hoop ik
i bepaalde
mmissie te
stellen de
ig kunnen
jr graag van
u wanneer wij die sportnota tegemoet kunnen zien. Ten aanzien van de
medelanders -zoals mijnheer Krijger ze noemt- steun ik zijn opmerking.
Ik vind niet dat we in de verdeling en noodzakelijkerwijs in de hier
genoemde aantallen hoeven te denken. Het mogen er best meer zijn.
Heer VISSER: Bij al deze goede woorden wil ik nog opmerken dat ik vooral
blij ben met de coördinatrice voor de Stichting Projekt Vrouwen voor
Vrouwen. Ik denk dat het een goede zaak is als de gemeente dit voor een
jaar voor haar rekening neemt. Het is wel typerend, dat moet mij toch
van het hart, dat boven het raadsstuk niet de naam van de wethouder van
financiën staat. Daaruit blijkt dat de gemeente Soest zelf niet zoveel
geld over heeft voor de minderheden en dat is jammer.
Heer VAN GARDEREN: Mijnheer de voorzitter, betreffende het in dienst
nemen bij de gemeente van Soester inwoners die de Nederlandse nationali
teit nog niet hebben, kan ik mij aansluiten bij wat mijnheer Krijger en
mijnheer Pothuizen hebben opgemerkt. Verder wil ik opmerken dat het toch
goed is om bij alle aktiviteiten die gedaan worden te bekijken of het
mogelijk is de mensen een eigen bijdrage te laten voldoen. Dit ter
stimulering van de eigen verantwoordelijkheid, wat zeer positief kan
werken. Het werk van 'Vrouwen voor Vrouwen' verdient zeker alle steun,
evenals de aanstelling van de coördinatrice.
Er wordt diverse keren in het stuk opgemerkt dat er bijdragen zouden
moeten komen uit werkgelegenheidsgelden. Ik zou de wethouder willen vragen
om in de commissie eens aan ons te vertellen of er geld voor aangevraagd
is en of dat wel of niet verkregen is. Als daar nog geld uit te halen is,
dan zouden daar misschien verschillende aktiviteiten die hierin vermeld
staan ook uit gefinancierd kunnen worden.
Wethouder KINGMA: Voorzitter, het is plezierig om te horen hoe eensgezind
de raad is bij de positieve beoordeling van de aktiviteiten in dit werk
plan, op een enkele kritische kanttekening na.
Mijnheer Van Brummelen, het bedrag voor de coördinatrice bij het projekt
Vrouwen voor Vrouwen was al vermeld in de aktiviteitenplanning bij de
behandeling van de begroting. U heeft gevraagd of hier sprake is van een
globaal plan waarbij u nog nader betrokken wordt bij de uitwerking. Dit is
echter een uitwerking van een aantal punten uit de nota minderheden en
nadat de raad dit heeft vastgesteld zal er concreet aan de uitwerking
worden gewerkt voor zover daar op een aantal punten al niet aan werd ge
werkt
De opmerking van mijnheer Krijger is al in de commissie besproken, daar
zou ik nu verder niet meer op in willen gaan.
Mijnheer Pothuizen heeft een opmerking gemaakt over de art. 61-commissie
- 5 -