10 april 1986 - 18 - eigenlijk van u tegen. VOORZITTERDat is niet mijn taak. Heer VISSER: Wiens taak is het dan wel? De adviescommissie doet het ook niet. Ik vind het verhaal van de heer Bolhuis -zoals altijd- erg overtuigend, daarom vind ik het ook jammer dat hij uit de raad gaat. Ik had verwacht dat toch iemand uit de raad dat verhaal zou weerleggen, zodat ik het kan afwegen tegen elkaar. Daarom steun ik ook het voorstel van de heer Pothuizen om er nog eens een nachtje over te slapen. VOORZITTERAls de heer Ebbers er behoefte aan heeft om te reageren op het betoog van de heer Bolhuis, dan heeft hij daar de gelegenheid toe. Heer EBBERS: Dan moet ik beginnen met te vertellen dat het betoog van de heer Bolhuis met name slaat op het verleden, waarin de subsidiëring nog onder CRM viel. In die situatie was het zo, dat je de goedgekeurde personeelsformatie had vanuit CRM en golden de besluiten uit die periode. Naderhand vond die hele reorganisatie plaats, waarbij de subsidiëring als zodanig en de hele verhouding van beroepskrachten en vrijwilligers opnieuw is gestruktureerd. Op dit moment gaat het allemaal op een andere wijze. Er zijn ook andere betalingswijzen naar de gemeente toe. De gemeente moet zelf in feite de betalingen gaan doen. Het is dus niet ter zake doende in dit geval. Wat hier aan de orde is, is de behandeling van artikel 3, waarin gesproken wordt -en dat is zuiver een kwestie van interpretatieversch tussen de heer Bolhuis en de beroepschriftencommissie- over de goedgekeurde personeelsformatie Het is ook in het verleden, met name bij de opleiding, toen er gevraagd werd de kosten van de opleiding te betalen, afgewezen. Ik kan mij voorstellen, als je een opleiding volgt, dat je dan verwacht een hogere baan te krijgen, maar die hoef je niet bij dezelfde werkgever te krijgen. Je kunt ook ergens anders gaan solliciteren. Mevrouw GREEFHORST: Mijnheer de voorzitter, ik wil even ingaan op wat de heer Ebbers zegt. Het is niet waar dat dit uit de tijd van CRM is. Deze week ben ik op de afdeling welzijn geweest en ik heb daar de tijdelijke benoembaarheidseisen nagekeken. Dat was al onder WVC, want het is steeds bijgesteld. Het zit dus heus niet meer alleen onder CRM. Heer VAN GELDER: Voorzitter, mag ik een ordevraag stellen? Praten we nu over het ordevoorstel van de heer Pothuizen of zijn we in meerdere termijnen de diskussie over het raadsvoorstel aan het voeren? VOORZITTER: De heer Pothuizen had een voorstel om de zaak aan te houden. Toen ik zag dat het ondersteund werd door een zeer beperkte minderheid van deze raad, heb ik gevolg gegeven aan het verzoek van de heer Visser die zei dat hij eigenlijk hoor en wederhoor wilde toepassen, omdat hij dan misschien wel meteen een oordeel zou kunnen vellen. Daar heb ik de heer Ebbers de gelegenheid gegeven om te reageren op de woorden van de heer Bolhuis, om te trachten de diskussie wat meer in evenwicht te brengen. Als we nu doorgaan met de diskussie, dan komen we inderdaad in een volgende instantie terecht. Ik zou dan ook aan mijnheer Bolhuis willen vragen, als hij nog iets wil zeggen, of dat echt in aanvulling en heel kort kan zijn op wat mijnheer Ebbers heeft gezegd, want daar zult u op willen rea geren. Voor het overige zou ik u willen vragen niet de hele diskussie weer over te doen, want anders komen we inderdaad in een situatie terecht waar mijnheer Van Gelder terecht zijn vinger voor opsteekt. Heer BOLHUIS: Voorzitter, het is niet mijn bedoeling om de diskussie weer

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1986 | | pagina 77