29 mei 1986
denken: het venijn zit wellicht in de staart. Dat, mijnheer de voorzitter,
is echter geenszins het geval. Wel past een aantal kritische kanttekeningen
bij deze nota.
U vraagt de raad op blz. 2 van uw voorstel om in te stemmen met het voorstel
van het college samengevat in de punten 1 t/m 9.
Het zal u duidelijk zijn, dat de fraktie van het CDA voor wat betreft
de zogenaamde 'overwinst' of 'meerwinst' van het gasbedrijf het standpunt
van de minderheid binnen het college deelt. Bovendien zal de raad eerst
gevolg moeten geven aan de motie van de heer Pothuizen van december vorig
jaar, alvorens wij met uw voorstel in punt 3 akkoord kunnen gaan.
De fraktie van het CDA heeft sinds 1984 ervoor gepleit deze zogenaamde
'overwinst' aan de afnemers te restitueren. Ook de frakties van Progressief
Soest en SGP/RPF/GPV steunen ons voorstel. Wij vinden het principieel
onjuist om dit bedrag van rond 260.000,= te benutten voor de financiering
van de sporthal in Soesterberg. Uiteraard juichen wij de realisering van
die sporthal van harte toe, omdat dit een lang gekoesterde wens is van
de sporters in Soesterberg. Dan zal natuurlijk het ontstane financiële
gat wel gevuld moeten worden. Daarom stellen wij u voor om het dan nog
ontbrekende deel uit de algemene reserve te dekken. Vermits ons standpunt
door de minderheid binnen het college wordt gedeeld, willen wij de raad
een uitspraak laten doen over het al dan niet restitueren van de overwinst
van het gasbedrijf over 1985. Ik wil u, mijnheer de voorzitter, daartoe
een motie overhandigen die mede ondertekend is door de frakties van Progres
sief Soest, D'66 en SGP/GPV/RPF. Het is mij overigens niet helemaal duidelijlj
of het jaarlijks exploitatietekort van deze sporthal ten laste van de
algemene reserve komt of - en dat zou ons inziens juister en duidelijker
zijn - dat dit tekort gewoon in de begroting van de Sportstichting wordt
opgenomen. Deze sporthal zal, dunkt ons toch, door de Sportstichting worden
beheerd en geëxploiteerd.
Mijn fraktie, mijnheer de voorzitter, heeft heel veel moeite met de meerkost
ten gevolge van het asfalteren van de Korte Ossendam. Het gaat hier om
een bedrag van 120.000,= waarvan wij (nog) niet echt overtuigd zijn
dat dit echt noodzakelijk is.
Met de gesignaleerde knelpunten in de personele sector hebben wij in die
zin moeite, dat deze vooruitgrijpen op de in gang zijnde reorganisatie.
Wij willen u voorshands het voordeel van de twijfel gunnen, omdat wij vannor;
een nadere toelichting van de kant van het college kregen, waarin wij
ons zeer wel kunnen vinden, temeer omdat nu het bedrag van 20.000,=
voor de uitgifte van rijbewijzen, wat structureel was, er voorshands is
afgehaald omdat dit toch kostendekkend zal moeten zijn naar onze mening.
Dat kan dus gewoon in de begroting voor 1987 worden opgenomen.
Vervolgens, mijnheer de voorzitter, nog een enkele opmerking met betrekking
tot de geschatte kosten voor het verwijderen van aanstootgevende leuzen.
Ook daar heeft u op gereageerd in uw laatste toelichting. De eerlijkheid
gebiedt te zeggen dat het begrip 'aanstootgevende leuzen' toch wel wat
subjectief is. Wat de één als aanstootgevend ervaart, wordt door de ander
verheven tot reclame. Mijn vraag is deze, omdat er toch wel een vrij fors
bedrag op jaarbasis voor wordt uitgetrokken: is het op dit moment zo
dat het college voor wat betreft het verwijderen van die aanstootgevende
leuzen, zich beperkt tot racistische of soortgelijke leuzen? Wordt er
ook al over ervaringscijfers beschikt? Het is een soort stelpost, maar
het bedrag op jaarbasis is door u wel begroot op 25.000,=
En dan nog een opmerking, mijnheer de voorzitter, over de voorgenomen
extra subsidie voor het cultureel centrum C-drie. Onze wat pessimistische
verwachtingen dienaangaande blijken niet geheel onjuist te zijn geweest.
Omdat deze zaak in zijn totaliteit in de juni-vergadering aan de orde
zal komen, wil ik er in dit stadium niet inhoudelijk op ingaan. Wel wil
de fraktie van het CDA er bij het college op aandringen om in het overleg