25 juni 1987
- 22 -
25
Heer VAN GELDER: Voorzitter, dit is een voorstel waar veel over gesproken zi
is. Het zijn niet alleen stapels papier, zoals de heer Verheus zegt, er ki
is ook veel over gesproken. Het is een voorstel waar wij mee instemmen. al
Ik zal, gelet op het feit dat er al zoveel over is gezegd, het ook kort _e
proberen te houden. Ik zou willen beginnen met degenen die nu moeten gaan de
werken aan het vormgeven van deze organisatie daarmee van harte succes zc
toe te wensen. Een kanttekening bij de status van het punt dat we nu bereikt te
hebben is, denk ik, op zijn plaats. Het belangrijkste van een reorganisatie te
is waarschijnlijk niet het eindpunt van die reorganisatie, maar het proces ir
van reorganiseren op zich. Dat dwingt de medewerkers en het bestuur te or
denken over de kwaliteit van het eigen functioneren en alleen die wijze ve
van werken behoed je voor slecht functioneren op langere termijn. Dat ev
betekent dat wij ook deze organisatie niet als het model van de gemeente de
Soest voor de komende 50 jaar zien. We zouden er geen bezwaar tegen hebben He
wanneer de discussie daarover systematisch blijft plaatsvinden binnen de zi
organisatie en wij zouden het ook vanzelfsprekend vinden dat wij over een is
aantal jaren -zeg drie- van uw zijde geconfronteerd zouden worden met voor- al
stellen tot bijstelling van dit organisatorische plaatje. Want organisatie- er
plaatjes -het woord zegt het al- zijn maar plaatjes, de echte organisatie wc
die ligt erachter, dat zijn de mensen en de manier waarop ze samenwerken. mc
Het is niet zo dat mensen altijd op dezelfde manier goed samenwerken, dat dr
verandert. Die verandering behoort tot uitdrukking te komen. Dus ik denk or
dat, om te vermijden dat we nu weer star in deze situatie de komende jaren ov
vast komen te zitten, reorganiseren als zodanig onderdeel van het werken
zou behoren te zijn. We hebben aangekaart dat naar onze mening de bestuurlijke He
structuur gewijzigd zal moeten worden, gelijk met de ingangsdatum van reor- de
ganisatie. Ik bedoel niet de structuur dat de gemeenteraad weg zou moeten vc
of zo, dat voorstel zult u mij niet horen doen. Het gaat om de manier waarop si
wij in de gemeenteraad met elkaar samenwerken. Dat hoeft voor mij niet al
te betekenen dat er minder commissies behoeven te komen, het mag wat mij bi
betreft ook zo zijn dat de commissie-structuur beter aansluit op de ambtelijke vc
werkwijze. Want -en dat is dan een stukje evaluatie op de gang van zaken oc
in de commissies op dit moment, waarbij er één commissie per portefeuil- ik
lehouder is- ik heb toch de indruk dat in sommige gevallen met name die ec
ondergeschoven commissies wel eens wat te weinig aanbod komen. Dat is mis- mi
schien een punt dat ik u mee zou willen geven met betrekking tot het denken de
over hoe wij als raad en als commissies met elkaar, gegeven de nieuwe ambte- de
lijke organisatie zullen moeten omgaan. Met betrekking tot het punt Groen ee
en Recreatie onderschrijven wij uw nader gepreciseerde standpunt met betrek- br
king tot het wel opdelen van deze afdeling. Wij denken dat dat recht doet er
aan de uitgangspunten van de organisatorische modellen zoals ze nu voor he
ons liggen. Tot zover mijn positieve opmerkingen, waarbij ik ook met name tc
de portefeuillehouder en het college zou willen complimenteren met het wr
feit dat het hele verhaal, de hele reorganisatie binnen het gestelde tijd- sc
schema kon worden afgewikkeld. We hebben daar in het verleden kritische oc
kanttekeningen bij geplaatst, dat een te lang reorganisatieproces -althans r.
in deze zin- wel eens averechts zou kunnen werken. Gelukkig hebben we het de
binnen het tijdschema gehaald. Er is een andere opmerking waar ik graag e\
een zeer duidelijk antwoord op zou willen hebben, omdat daar wellicht ver- j«
warring over zou kunnen ontstaan. In het kader van een agendapunt dat we tc
straks moeten behandelen, hebben wij vorige week zaterdag van de directeur tc
van de Sportstichting, namens het bestuur, een brief gekregen die in feite t.J
twee delen bevat. Aan het eind van de brief wordt geschreven dat de brief bc
is opgesteld door het algemeen bestuur en dat, behoudens het voorbehoud vc
van één raadsvertegenwoordiger, er sprake is van een unaniem standpunt. oc
Die brief gaat over twee zaken, dat is enerzijds het voorstel om de Sport- ij
stichting als zodanig op te heffen. Het is volstrekt duidelijk dat daar oc
die unanimiteit in de zin zoals die hier staat kan bestaan, omdat de voor- o\