25 juni 1987 - 24 - in dit land te bereiken, dan kan dat dus nu. Mijn fraktie verwacht als positieve effecten een flexibeler organisatie doordat er makkelijker kan worden inge sprongen bij piekbelastingen, terwijl de verlengde bedrijfstijd wellicht ook voor de burger in sommige gevallen meer entreemogelijkheid bij het ambtelijk apparaat biedt. Wij vinden dat belang zodanig dat wij overwegen om er een motie over in te dienen, maar ik zou eerst de reactie van de portefeuillehouder willen weten. Het andere aspect dat ik nog noemde was de kwaliteit van het werk. Dat is uiteindelijk een graadmeter waar we straks het welslagen van de operatie of het mislukken van de operatie aan kunnen aflezen en die veelgeroemde en veelgenoemde platte organisatie heeft nu eenmaal als kenmerken: decentralisatie, delegatie van taken en bevoegdheden, noodzaak om in horizontale verbanden samen te werken. Dat staat en valt dus met de kwaliteit van de bemanning, van de medewerkers. Van iedere mede werker zal een helder kwaliteitsbesef moeten worden verwacht, hij moet passen op de plaats en op het niveau binnen die structuur. Dat geldt uiteraard het allersterkst voor de leiding. Wij vinden dat dat alles een actief beleid vergt, niet alleen aan de start, maar continu, onafgebroken. U kunt dat bereiken door als onderdeel van het managen periodiek zelfonderzoeken te houden die fouten zichtbaar en bespreekbaar maken en die herhaling van die fouten en nieuwe fouten helpen voorkomen. Ik zou graag van uw willen horen of u daartoe bereid bent. Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, een aantal opmerkingen omtrent dit voorstel, één van de belangrijkste besluiten die wij, denk ik, nemen in deze raadsperiode. Niet omdat de structuur nu zo erg verandert, dat valt wel mee, maar omdat de veranderingen van de structuur bedoeld zijn om klant gerichter te werken. Dat betekent dat van de ambtenaren een andere werkwijze gevraagd gaat worden in de komende tijd en dat zal zeer veel overleg en leiding vragen. Vandaar dan ook dat wij het voorstel zoals het hier ligt met daarbij direct te betrekken de voorstellen met betrekking tot bevoegd heden delen, delegatie en middelen en de activiteiten van de leiding, uitstekend vinden. Een paar opmerkingen nog wel, omdat er nog wat discussie geweest is in de fraktie over een aantal opmerkingen, mede gezien de inspraak die op dit voorstel, uiteraard, is losgelaten. Voorstellen zijn gedaan omtrent Belastingen, omtrent de GSD, Groen en Recreatie. In uw voorstel komt u uiteindelijk tot een indeling van "Belastingen" en tot een voorstel voor de GSD. Wij gaan daarmee akkoord. Lang is gesproken over de GSD, of die voldoende ruimte zal krijgen om een eigen sector te zijn, of dat de identiteit niet nadelig beïnvloed hoeft te worden als men ondergebracht is in een sector. Met dat laatste zijn wij het dus nu eens. Anders kijken wij aan tegen wat toch steeds in discussie is geweest, de dienst Groen en Recreatie. Als we gaan kijken hoe een verdeling van die dienst zou gaan uitvallen, dan denk ik dat het niet zinvol is om die sector of die dienst te delen. Als we gaan kijken waar de meeste raakvlakken liggen, het aantal mensen dat erbij betrokken is en ook met betrekking tot het voorbereidende werk en wat daarbij komt, menen wij dat gekozen moet worden voor het indelen in sector I. Ik heb begrepen dat er een amendement is van het CDA. Wij zijn het daar mee eens, u kunt dus tellen. Een aantal andere zaken moet ik toch wel even opmerken, want wij missen toch nog wel wat in het voorstel. Hoe de oorzaak daarvan gevonden kan worden, weet ik niet. Misschien dat bij het beantwoorden van een aantal vragen de oorzaken wel boven water kunnen komen. Bij dit voorstel zou betrokken worden, volgens het raadsbesluit inzake het beleidsprogramma, de overlegstructuur voor de sport. Die overleg structuur komt hier echter nauwelijks aan de orde. Alleen op blz. 8 van uw voorstel lezen wij dat door een vermeerdering van het aantal sectoren -dat heeft dus ook betrekking op de sport- voorbijgegaan zou worden aan de voordelen van schaalgrootte, efficiency, ten opzichte van bijvoorbeeld coördinatie. Naar mijn mening gaat het college dan toch wel voorbij aan

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 143