17 september 1987
- 2 -
Dat heeft u in uw jarenlange ervaring geconstateerd, dat dat belangrijk
is voor het raadslidmaatschap. En dat is ook zo. Onbaatzuchtig; ik vind
het passend bij u uw bescheidenheid te onderstrepen en eigenlijk meer de
wil die u heeft, die u uitstraalt, dat er een duidelijk besluit komt, dat
er duidelijk bestuurd wordt, zonder dat nu precies vastgesteld moet worden
dat die-en-die dat heeft gedaan of dat het de politieke overwinning van
die-en-die partij is. Nee, het gaat erom dat het bestuur goed tot zijn
recht komt. U probeert dat duidelijk na te streven en ik geloof dat dat
een hele goede zaak is. Tenslotte, de toewijding die u heeft. U kent de
stukken, u heeft ze eigenlijk altijd gelezen, u heeft zich goed geïnformeerd,
u heeft contact met de bevolking, zeker in Soesterberg weten ze u te vinden.
Maar zoals u ook zegt in datzelfde interview: "Ik ben raadslid voor de
hele gemeente Soest en voor mij is iedereen gelijk". Ik ben blij dat dat
geluid ook eens duidelijk uit Soesterberg komt, want het is inderdaad zo:
de Soesters en Soesterbergers behoren allen tot de gemeente Soest en we
vertegenwoordigen ze hier allemaal gelijkelijk. Tenslotte, mijnheer Verheus,
u heeft ongeveer 300 raadsvergaderingen meegemaakt, dus eigenlijk moet
u aan het woord zijn om daarover te vertellen, maar misschien kunnen we
dat op een ander moment nog wel eens even doen. U constateerde dat u periodes
heeft meegemaakt van onze gemeente die bestuurlijk gezien moeilijker lagen
dan ze nu liggen. Uit uw opmerkingen spreekt optimisme en nog steeds zin
in het werk, toewijding. Ik denk dat wij bijzonder gelukkig zijn dat u
al die jaren in de raad hebt willen plaatsnemen, hebt willen functioneren.
Fraktievoorzitter van de grootste fraktie nu; u hoefde dat helemaal niet
te doen, maar natuurlijkerwijze viel u dat toe, niet om voorop te staan
in die fraktie, maar gewoon om met zo'n grote fraktie samen duidelijk een
geluid te laten horen. Daar gaat het u om. Ik constateer dat we met zeer
veel plezier u hier als feestvarken in ons midden zien. Beste Cees, van
harte gefeliciteerd met de erepenning die de gemeente Soest je in zilver
graag wil overhandigen, waarop staat: "Uit erkentelijkheid, raadslid 1962/
1987, C. Verheus". Die wil ik graag nu overhandigen.
Heer VERHEUS: Voorzitter, ik ben natuurlijk toch wel geroerd, misschien
moet ik zelfs zeggen: ontroerd, want ik had alles verwacht, maar dit natuur
lijk niet. Laat ik beginnen met u dus bijzonder hartelijk te bedanken dat
mij deze penning van de gemeente Soest verleend is. Ik ben daar bijzonder
dankbaar voor. U hebt een drietal begrippen opgenoemd, waarin ik mij zou
presenteren. Ik zal daar niet verder op ingaan, want het staat natuurlijk
niet netjes als je over jezelf gaat praten. Dat interview van de krant
heb ik zelf nog niet gelezen. Ik weet natuurlijk wel ongeveer wat er in
staat, maar gezien heb ik het nog niet. Maar laat ik beginnen met een woord
van dank aan alle raadsleden. Ik heb in het interview gezegd dat het erg
belangrijk is hoe je met elkaar omgaat. Macht uitoefenen kan levensgevaarlijk
zijn, maar macht uitoefenen en daarbij dienen is, denk ik, de juiste wijze
van macht uitoefenen, voor zover dan macht in dit verband een juist woord
gebruik is. ik heb het al die jaren, soms wat minder, soms wat meer, maar
in zijn algemeenheid gezegd toch met heel veel plezier gedaan en dat is
niet in de laatste plaats te danken aan alle raadsleden die hier nu nog
zijn, maar ook in het verleden heb ik met andere raadsleden altijd getracht
op een zo prettig mogelijke en constructieve manier samen te werken.
Natuurlijk, elke partij heeft zijn eigen principes en zijn eigen verkiezings
programma en je probeerde allemaal in het overleg, wanneer het college
gevormd moest worden, zoveel mogelijk inbreng te hebben. Maar daarbij mag
je, denk ik, als raad nooit uit het oog verliezen -daar word je ook op beëdigd
denk ik- dat je het belang van de gemeente primair moet stellen. Ik denk
dat je daar altijd vanuit moet gaan. Als je dat met verschil van alle poli
tieke inzichten op een zo goed mogelijke manier samen probeert te doen,
dan kun je dus als raadslid en als raad in zijn totaliteit met een college