17 september 1987
- 5 -
in financiële ^in terug kunnen komen bij de rijksoverheid. Als dit proces
van het converteren van leningen doorgaat, dan kunnen die bij de gemeentelijke
overheden terecht komen. Ik heb in de commissie financiën gevraagd om inzicht
te krijgen in wat voor soort besluiten er zouden kunnen worden genomen
die op deze manier nadelig zouden kunnen uitwerken. Ik zou graag nog
de toezegging dat we die informatie van u gaan krijgen, bevestigd zien.
Wethouder MENNE: Voorzitter, de solvabiliteit van de gemeente moet in de gaten
gehouden worden. Het is inderdaad zo, dat deze conversies aanleiding geven
tot een grotere druk nu niet direct op de schulden, maar op de latente
schulden. Het kan inderdaad daar voorkomen, dus denk ik dat het goed is,
voorzitter, dat wanneer wij binnenkort de hele zaak van de garanties behandelen,
dat we deze opmerking daar zeker bij zullen nemen. Bovendien hebben we
nu in de laatste commissievergadering ook nog even gesproken over de reserves.
Ik denk dat die daar ook mee te maken hebben. Dus in dat licht denk ik
dat uw vraag juist is en dat die positief kan worden beantwoord.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
11. Voorstel tot wijziging en vaststellling van diverse rechtspositieregelingen.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, wij hebben in onze brief van 11
september op bladzijde 2 bovenaan een opmerking gemaakt dat ik zou proberen
om alsnog de percentages definitief in te voegen. Dat is mogelijk. Wij
hebben nu de mededeling ontvangen en artikel E-23. De getallen die daar
genoemd zijn, respectievelijk 12,5% of 18%, danwel 112,5/118 worden gewijzigd
in 18, respectievelijk 118. Nog eenmaal: 12,5 wordt 18; 112,5 wordt 118.
Definitief.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
12. Voorstel emancipatie en gemeentelijk personeelsbeleid.
Heer MEILOF: De meeste zaken heb ik daarover al gezegd. Ik wil toch nog
eenmaal verduidelijken waarom ik erg veel problemen heb met dit papier.
Die problemen komen niet voort uit het feit dat ik er niet een groot voorstan
der van zou zijn van een gezonde emancipatie van mannen en vrouwen, ook
bij het gemeentelijk apparaat van Soest. Dat betekent dat wij op elke wijze
een poging moeten doen om qua stijl van omgang met elkaar, ook qua verhoudingen,
hoeveelheden, dat op elkaar af te stemmen. Alleen, met de huidige zaak,
met de huidige oplossing heb ik problemen. Ik mis nog steeds het gegeven
-en het is ook gewoon gezegd dat men dat niet nodig vond- waarbij de reële
behoefte bij werkzoekenden, mannen en vrouwen in verhouding tot elkaar,
in getallen uitgedrukt zou worden. Dus dat we een beeld krijgen hoeveel
vrouwen er werkelijk een baan appreciëren. Want ik weet van een andere
wethouder die op een gegeven zei: "Ik zou wel heel graag willen dat er
vrouwen solliciteerden, maar ze komen op een aantal functies niet." Dus
het zou ook wel kunnen dat de behoefte in een aantal gevallen minder extreem
is dan hier uitgedrukt wordt. Een tweede punt. Er is een motief genoemd
voor deze brief. Er wordt gezegd: iedereen heeft rechtopeen zelfstandig
bestaan. Daar wordt dus ook uitgegaan van de vrouw die getrouwd is. Op
zichzelf, dat een vrouw inkomsten heeft, al is ze getrouwd, daar heb ik
geen enkel probleem mee, maar de uitdrukking dat iedereen recht heeft op
een zelfstandig bestaan, ook gehuwden, daar heb ik wel problemen mee om
dat als een absoluut uitgangspunt te stellen. Eén van de dingen die een
voortvloeisel is uit de wijze waarop hier dingen gesteld worden, waarbij
dus positieve discriminatie ontstaat van de vrouw in het ambtelijk apparaat
als het erom gaat of ze aangenomen wordt of niet, is het pijnlijke voorbeeld