- 14 - in ;den mde- ïeer iden- i die t oete- r kelijk ering wij het t deel er nd t de e n eekt Krijger orden en r bool oor ieu. n ar rs- n ruikje mee 15 oktober 1987 - 15 - ik maar wil zeggen dat er teveel honden zijn. Ik denk dat ook een verhoging van de hondenbelasting in deze een goede oplossing is om het probleem een beetje te doen keren, ik sta -u hebt het al begrepen- van harte achter uw poging -en ik vind eigenlijk dat de hele raad dat moet doen en niet met alle bezwaren en omstandigheden het weer afzwakken- want het is natuur lijk te gek wat er achter Honsbergen gebeurt in een speelplaats waar kinderen niet meer kunnen spelen, op het speelterrein bij C-drie waar je niet kunt voetballen. Ik heb de Soester duinen al genoemd waar het werkelijk hemeltergend is. Er moet in Soest op dit gebied iets gebeuren en dit is inderdaad misschien een zwakke poging, maar het verdient ons aller steun. Eén ding vind ik bezwaarlijk, namelijk dat de politie zegt dat ze geen tijd en geen geld heeft om er een beetje op toe te zien dat men zich straks ook aan de regels die wij stellen, gaat houden. Wat heeft het voor zin om een wetswijziging te maken in onze gemeenteverordening als de politie toch niet kijkt? Laten die twee agenten die ik elke ochtend als ik naar school fiets op de hoek van de Beukenlaan en de Dalweg op de dam van dat restaurant zie loeren in de auto of er iemand door het rode licht rijdt, maar eens gaan kijken in Klaarwater of er niet iemand de regels overtreedt. Van de week zag ik iemand drie honden tegelijk uitlaten, je houdt het niet voor mogelijk, drie honden tegelijk! Het mens kon ze bijna niet in toom houden, want ze trokken alledrie een andere kant op. Het is inderdaad een beetje ziekelijk allemaal en ik denk dat wij er wat aan moeten doen, zoals bijvoorbeeld ook in Denemarken gebeurt. Iemand stuurde mij daar een foto van, daar heb je hondetoiletten. Nu wil ik niet meteen in Soest hondetoiletten hebben, maar misschien is dat leuk als dit experiment in Klaarwater lukt, om dan bijvoorbeeld in Soest-zuid eens een keer iets met hondetoiletten te doen. In Denemarken kun je wat dat betreft veel beter over straat lopen dan in Soest. Ik hoop dat dit experiment slaagt, mijnheer de voorzitter. Heer VAN GELDER; Voorzitter, wij steunen het voorstel. Daarbij hebben wij wat discussie gevoerd over onderdelen daaruit, maar we zeggen uiteindelijk toch: het is een proef en die zul je moeten steunen. Laten we het dan maar een keer zo proberen. Onze kanttekeningen die hebben we in de commissie vergaderingen al aan de orde gesteld. Aangezien het een proef is en er wel aan gekoppeld is een wijziging van de Algemene Verordening Soest, stellen wij voor om de wijziging in de AVS vast te stellen voor de duur van de proef. Dus, bij de evaluatie van de proef die volgend jaar gaat komen, mee betrekken of de wijziging van de verordening definitief wordt. Daarmee is dan ook tegemoet gekomen aan diegenen die zich afvragen of je het wel in de verordening moet opnemen als het nog een proef is. Dan zeggen we ja, daar steunen we uw standpunt in, maar doe het dan voor de periode van de proef. Heer STRIETMAN: Mijnheer de voorzitter, wij steunen uw voorstel van harte, inclusief het schepje. We zijn het eens, uiteraard, het is een mentaliteits zaak van de hondenbezitter, maar we zijn van mening dat we er nu maar eens niet meer verder over moeten praten, maar het snel gaan proberen te doen. Heer POTHUIZEN: Een oude wijsheid is dat je je bij twijfel moet onthouden, maar wie blijft twijfelen, beslist nooit. Het gaat om een proef en die proef is zinvol, hij kan slagen, hij kan mislukken. Wij onderstrepen al die woorden van degenen hier die gezegd hebben dat we het vooral moeten proberen en we staan dus achter uw voorstel. Heer MEILOF: Voorzitter, het plan is nu dusdanig aangepast en veranderd dat ik het een goed plan vind. Het is nu een plan waarbij de nadruk vooral is komen te liggen op de mentaliteitsverandering. Ook de inschakeling van politie is dusdanig, dat ik het een positief plan vind. Ik moet toch wel

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 212