15 oktober 1987
- 24 -
dat u daar uw raadsvoorstel mee begint- de architect af die wij in 1971
al hebben aangezocht om deze plannen te realiseren. Drie burgemeesters
en vier gemeenteraden hadden vertrouwen in deze man en een splinternieuwe
gemeenteraad die niet van wanten weet, laat staan van architectuur, wijst
op het ogenblik dit af. En dat kan niet, dat is een vooroordeel. Ik vind
het een blunder. Ik ga de drie argumenten na die de projectgroep op een
rijtje heeft gezet, die wil ik even hier aanstippen. Het eerste argument
dat de raad waarschijnlijk overneemt is dat de heer Duêrmeijer geen enkele
ervaring heeft. Ik vraag mij af hoe dat mogelijk is als je al 16 jaar bezig
bent om een gemeentehuis te ontwerpen met alle ins' en 'outs', waarbij
je ambtenaren hebt geraadpleegd, tekeningen hebt gemaakt, een maquette
hebt laten zien aan de bevolking waar 350 mensen voor bijeen kwamen. Vorige
raden waarin alle partijen die hier zitten vertegenwoordigd waren, vonden
het een weldoordacht plan, een uitstekend plan. Uiteraard zegt u nu in
uw voorstel: "Inmiddels moet geconstateerd worden dat het ontwerp van destijds
gelet op de eisen en inzichten van heden, niet meer voor realisering in
aanmerking komt." Ja, er is natuurlijk wel wat veranderd en in 6\ jaar
gebeurt er veel, maar wie zegt mij dat deze architect niet in staat is
met al het vertrouwen dat hij steeds heeft gehad die 16 jaar, om gemeente
werken ook in het gemeentehuis op te nemen, dat wil zeggen de ambtenaren
die daar zitten, om een dermate nieuwe tekening te maken die de bevolking
van Soest weer zal accepteren, waar ook de Provincie destijds achter stond
gezien de toestemming die ze hebben gegeven, de steun aan de structuurschets.
Daar wil ik het nog even apart over hebben, want die structuurschets is
destijds gemaakt door een aantal mensen die met elkaar de opdracht hadden
gekregen om daar een politiebureau te realiseren, een gemeentehuis en alles
wat daar nog meer bijkwam. Daar zat in de architect van het politiebureau,
de heer Bokhorst, daar zat Duêrmeijer in, daar zat de heer Pieters in,
een landschapsarchitect, Lixenberg als kunstenaar en professor Sterenberg,
die jarenlang aan deze hele structuurschets -die wij nog steeds handhaven-
hebben gewerkt. Nu is het natuurlijk wel zo dat deze heren geen copyright
hebben op deze structuurschets, maar als we al een politiebureau hebben
gerealiseerd en we staan nog steeds achter wat er allemaal moet gebeuren
in dat hartje van Soest, dan is het natuurlijk werkelijk onbetamelijk en
van den gekke dat deze Duêrmeijer op deze manier aan de kant wordt gezet.
Geen enkele ervaring, zegt de projectgroep. Een vooroordeel! Een andere
opmerking die ze hebben gemaakt is dat het bureau te klein is en waarschijn
lijk onvoldoende produktiecapaciteit heeft. Let op het woordje 'waarschijn
lijk', ik onderstreep het. Hoe kun je nu zeggen dat een bureau, terwijl
we al weken bezig zijn om dat te onderzoeken, terwijl we dat bureau heel
goed kennen en we er 16 jaar lang vertrouwen in hebben gehad, ze hebben
bewezen dat ze voldoende capaciteit hebben gehad, dat je dan nu zegt:
waarschijnlijk hebben ze onvoldoende produktiecapaciteit. Het is te gek
om los te lopen. Het derde argument is dan dat de architect Duêrmeijer
geen sterke indruk maakt. Nou, die heeft hij dus ook gemaakt, getuige wat
ik net genoemd heb. Alle plannen die hij al heeft uitgewerkt, alle plannen
die iedereen al kent, alle bemoeienis die hij gehad heeft, tussen de middag
praten met ambtenaren, hij woonde bij wijze van spreken om de hoek. Nu
hebben we iemand ver weg die totaal Soest niet kent en die straks een ge
meentehuis moet neerzetten terwijl hij helemaal niet weet wat hier omgaat.
Nou, ik heb dan in die twee schoolreisjes die we hebben gemaakt met raads
leden in die bus -350 kilometer en nog een dag 250 kilometer- wat staaltjes
daarvan gezien. De architectuur in Nederland is al niet zo best op dit
gebied. Het zijn blokhutten en noodwoningen wat ik van andere architecten
heb gezien. Ik vind, als je weet wat je in huis hebt, dan moet je natuurlijk
met de architect in zee gaan waarvan je weet wat hij kan, waarvan je weet
dat het goed is en waarvan je weet dat je straks een gemeentehuis krijgt
waarmee je voor de dag kunt komen. En niet een of ander modern gemeentehuis