19 februari 1987
- 4 -
Heer KRIJGER: Nee, het is natuurlijk dat u met zo'n reactie komt, maar
overleg is er al zo vaak geweest. Wij vinden dat u nu concreet moet toezeggen
met alle voor en tegens op een rijtje: er kan een besluit genomen worden,
dit zijn de consequenties, die aanvaardt de raad of niet. Wij willen nu dat
er een voorstel komt waarbij we op een gegeven moment kunnen zeggen: wij
aanvaarden deze consequentie om de situatie nu op te lossen. Als u eerst
wil overleggen, wat een natuurlijk antwoord is in veel situaties, dan zou
ik graag wat we net naar voren hebben gebracht in een motie willen onderbrengen
om u dringend uit te nodigen werkelijk bij de voorjaarsnota met een voorstel
te komen.
VOORZITTER: Ik weet niet of de wethouder dat zonder schorsing van het college
zomaar kan zeggen, maar ik weet zeker dat hij dit onderwerp in de eerstkomende
B&W-vergadering zeer serieus zal willen voorleggen in de geest zoals u
bedoelt en zal trachten het daarheen te leiden dat het bij de voorjaarsnota
verder komt. Dat is logisch, maar u kunt van ons niet verwachten dat wij
nu eventjes in een schorsing over zo'n moeilijk onderwerp principieel 'ja'
kunnen zeggen. Wel kunnen we zeggen dat wij ernaar zullen streven -zo beschouwj
ik het antwoord van de wethouder- dat wij er alles aan zullen doen om te
trachten om in de voorjaarsnota met een voorstel te komen. Meer kunnen
wij op dit moment niet zeggen, u kunt het onmogelijke niet van ons vragen.
Heer KRIJGER: We vragen niet meer dan het mogelijke, gewoon een concreet
voorstel met de consequenties daarbij voor te leggen in de voorjaarsnota.
Het bos is hier veraf, ik wil niet het bos ingestuurd worden, ik wil de
motie dan maar in stemming brengen.
Mevrouw GREEFHORST: Mijnheer de voorzitter, als ik bij mijn geheugen te
rade ga, hebben we in de commissie r.o. iets dergelijks al afgesproken.
We hebben toen uitgebreid de discussie gevoerd, juist over Mariënburg en
Braamhage. Braamhage stond zelfs hoger, ik herinner me nog goed dat Mariën
burg een 'subjectieve onveiligheid' zou zijn, wat ons door de verkeers-
deskundige verteld werd. Ik heb er alle vertrouwen in, anders moet ik mij
wel sterk vergissen. De wethouder heeft toegezegd dat hij op korte termijn
met die voorstellen zou komen en ik vind het eigenlijk overbodig om nu
een soort van wantrouwen uit te spreken door de motie aan te nemen. Ik
vertrouw erop dat we met de voorjaarsnota zoiets krijgen.
VOORZITTER: Ik heb daarnet ook alleen maar gereageerd in de zin van dat
vertrouwen mag gerechtvaardigd zijn, ware het niet dat het onmogelijke
van ons geëist wordt. Als er nu concreet, hard 'ja' moet worden gezegd
terwijl je niet weet of het mogelijk is om met een definitief concreet
voorstel te komen, dan kan je dat ook niet toezeggen. Ik vind dat het ver
trouwen voldoende aanwezig wordt geacht in het antwoord van de wethouder
dat wij alles in het werk zullen stellen om met een voorstel te komen.
Heer KRIJGER: Wij zullen de motie aanhouden, wat betreft het indienen.
U kunt er donder op zeggen dat wij bij de voorjaarsnota een voorstel ver
wachten, anders maken wij zelf een voorstel.
VOORZITTER: Dat lijkt mij een uitstekende gedachte. Aldus besloten?
Het voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet wordt zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
11. Voorstel tot het verlenen van gemeentegarantie op een door de Algemene
Radio Omroep Soest aan te gane geldlening van 50.000,= in verband met
de aanschaf van noodzakelijke radio-apparatuur.