38 -
16 november 1987
- 39 -
ke
en
ek
.1
5tie.
*-
Lijk
en
=ne
srview
s-
sr-
king vooraf. Ik wil beginnen met te reageren op datgene wat het college
gezegd heeft en dat in de volgorde waarin het college ons geantwoord heeft,
dat lijkt mij het meest logische. Daarna zal ik, voor zover dat mogelijk
is, op de diverse voorstellen van de andere frakties ingaan. De heer Menne
heeft een heel verhaal gehouden en het komt er eigenlijk in het kort op
neer, om die 633.000,= extra eventueel te besteden voor financiering
van de uitbreiding van het aantal TV-kanalen op de CAI. Op zich spreekt
ons dat wel aan, alleen is het toch wat moeilijk om daar zo los voor de
hand een duidelijke uitspraak over te doen. Het is een extra bron van in
komsten die niemand -althans ik niet- verwacht had van die omvang. Dus
als het college met dat voorstel zou komen of van anderen dat voorstel
zou overnemen, dan hebt u in dat opzicht onze zegen wel, want dat heeft
toch tot gevolg dat de lasten voor de burgers met ongeveer een gulden,
misschien 90 cent per maand zouden kunnen worden verminderd.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Mijnheer Verheus, misschien mag ik daar toch
even een kleine invulling doen, omdat er nu een getal op tafel komt van
90 cent a een gulden en dat wordt gerelateerd aan zes ton investering.
Ik kan u de exacte geven. Een ton minder investering in de CAI-uitbreiding
betekent in wezen aan minder totale rente en afschrijving iets van 13.000,=
per jaar, dat betekent 90 cent per abonnee, dat is 7^ cent per maand. We
hebben het dan bij 600.000,= exact over 0,55 per maand.
Heer VERHEUS: Geen grote bedragen, maar het zijn toch bedragen in elk geval.
Maar ik wil daar toch nog wel bij het voorstel op zich dat toch nog op
tafel komt, ons daar duidelijk met z'n allen over uitspreken.
De heer Plomp heeft nogal indringend over de A28 gesproken. Gelukkig, overigens.
Alleen, ik ben zo bang dat het college toch ten opzichte van de lawaai-
belasting van de A28 een wat passieve houding aanneemt. Ik heb het genot
elke ochtend door die A28 redelijk op tijd gewekt te worden. Ik kan mij
aan die indruk niet onttrekken, zeker als ik dus ook uit Zeist verneem
dat indertijd door de gemeente Zeist een veel actievere opstelling is geweest
wat tot gevolg heeft gehad dat ze een half stadion boven die weg gebouwd
hebben èn geen beton gebruikt hebben, want dat is natuurlijk de boosdoener.
Nu is er overleg geweest met Rijkswaterstaat, dat zal nog wel een vervolg
hebben, veronderstel ik. Rijkswaterstaat heeft op aandringen van de gemeenten
Den Bosch en Rosmalen een heel stuk rondweg rond DenBosch, waar ook beton
was toegepast, voorzien van zacht asfalt. Dus de operatie is zeer wel uitvoer
baar. Wat nu gedaan wordt -ik wil niet op de resultaten vooruitlopen want
ik ben een leek op dat gebied- lijkt mij toch een lapmiddel te zijn dat
het probleem op zich niet zal oplossen.
Dan heeft de heer Kingma mij op grond van de cijfers die ik noemde gevraagd
wat ik daar nu mee bedoelde. Ik heb daar bepaald niet mee willen suggereren
dat welzijn in plaats van bezuinigd heeft, meer gebruikte. Ik heb dat gewoon
naast elkaar willen zetten. We hebben het altijd over bezuinigen in de
sector welzijn en dat gaat dan een eigen leven leiden. Ik ontken natuurlijk
niet dat de sector welzijn heeft moeten bezuinigen, maar ik denk dat dat
voor alle sectoren geldt. En of dat percentage dat ik genoemd heb dan misschien
28 is, het kan ook 22 zijn, het gaat mij niet exact om percentages, het
ging mij er enkel om aan te duiden dat we niet altijd moeten zeggen: er
wordt zo vreselijk bezuinigd en alles wordt ontdaan van demogelijkheden.
Ik denk dat dat ook geen goed uitgangspunt is. Nu is er, ook weer door
andere groeperingen, gesuggereerd om de bezuinigingstaakstelling bij welzijn,
die 210.000,= dus, nu maar ongedaan te maken vanwege het feit dat we
die extra meevaller hebben. We hebben dat vorig jaar ook gehad: iedereen
wil van alles en een voordeel van een half miljoen geeft tien maal een
half miljoen aan voorstellen die ingewilligd zouden kunnen worden, zouden
moeten worden of die gewenst worden ingewilligd te worden. Dat gaat mij
