18 november 1987 - 34 - nu eindelijke eens een keer dat er spijkers met koppen worden geslagen met betrekking tot het kantoorautomatiseringsbeleid. Er is een nota aange kondigd. Daarin verwachten wij de antwoorden en in dat kader willen wij kunnen bespreken wat we moeten gaan doen met het reproduceren van stukken voor diverse betrokkenen. Het kost de gemeente handen vol geld. Het kost ons vrije tijd, maar het kost de ambtenaren die die onleesbare spullen moeten lezen ook ontzettend veel tijd. Dat is een verspilling die niet hoeft als we maar eens een keer goed met z'n allen de manier waarop deze informatie wordt verwerkt, aanpakken. Dat vind ik een ontzettend belangrijk iets, dus we zijn heel principieel tegen dat voorstel om die bezuiniging op de repro te doen. Komt u nu maar met een goed voorstel met betrekking tot automatisering! Een tweede punt waar ik in algemene zin iets over wil zeggen, is het voorstel voor de 250.000,= voor de reiniging. We hebben nu drie voorstellen gehad. De paternosterkasten daarvan zegt u: we weten nog niet wat we gaan doen, maar laat ze maar op de investeringslijst staan want we moeten wat gaan doen op dat gebied. Met de Talmalaan idem dito. Wij vinden dat in een begro tingsbehandeling, als je aan ziet komen dat je wat moet gaan doen aan de wijze van inzameling van huisvuil om je compostbedrijf open te kunnen houden, dat je dan in dit soort vergaderingen moet beslissen om die financiële ruimte te reserveren. Want anders ga je het zometeen voor andere zaken gebruiken. Dus, ik ben het wel met u eens dat we nog niet precies kunnen aangeven hoe het allemaal zal moeten, maar ik denk dat het volstrekt proce dureel juist is om, als we aanvoelen als raad dat het die richting uit zou moeten gaan, nu zo'n punt in de investeringslijst op te nemen. Dat betekent dat ik toch zou willen bepleiten om dat voorstel te ondersteunen, vanuit de manier waarop we met dit soort dingen omgaan. Dan een derde punt. Bij de structurele aanwending van de 150.000,= hebben wij het voorstel gedaan om die tot /10Q000,= structureel te zetten. Ik neem aan dat u dat ook nog in stemming brengt. Dat is geen motie, maar een opmerking op de brief van 18 november geweest. Heer BOERKOEL: Ik zal heel kort zijn, mijnheer de voorzitter. Opmerkelijk is het ook weer dat nu in deze raad weer geen discussie over de sport wordt gevoerd en ook niet gewenst gevoerd te worden. Ik heb u een aantal data genoemd waaruit duidelijk moge zijn dat er nogal een onduidelijkheid is ten aanzien van de sport in zijn algemeenheid. Aardig is dat u nu zegt wat de Sportstichting al op 28 oktober heeft gezegd. Daarin schrijft het college wat hier nu voorgesteld is om zelf te herinrichten van de begroting. Dat is al toegestaan op 28 oktober. Ik ben blij dat de raad overneemt wat de Sportstichting voorstelt. Ik denk dat nog steeds de inhoudelijke discussie gevoerd hoort te worden over een maatschappelijk zo belangrijk onderdeel als de sport. Als u zegt dat de sportnota volgens de kalender in maart/april behandeld zal worden, dan denk ik daar geen probleem mee heb, want de struc tuur van de sport daarvan hebben we al begrepen dat die niet op 1 januari ingaat, maar dat die doorgeschoven wordt, een maand of vier. Dat houdt in dat voordat die structuur vastgelegd wordt, in ieder geval die sportnota er is. Ik vraag u dan ook dringend om niet nog een keer weer uit te stellen, het is al zo vaak uitgesteld. Ten aanzien van het Soester Natuurbad is het aardig om van u te vernemen wat de vraag van het CDA is, om nu vast en anders binnen twee maanden, naast de ambtelijke werkgroep te komen tot een andere werkgroep. Dat is namelijk exact wat de motie zegt en ik hoop dan ook dat u het antwoord van het CDA meeneemt, want daarmee zou u kunnen zeggen -zoals u gebruikelijk zegt- het is een raadsmeerderheid, dus dat voeren we uit. Ten aanzien van de Stichting Zwembaden vind ik iets vreemd. We hebben het hier over het budget van de gemeente. Het budget van de gemeente wordt niet aangetast door het voorstel dat wij doen. Wat wij voorstellen is de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 323