18 november 1987 - 44 50.000,=. Ik vind dat een methode. Heer VAN GELDER: Wat ons betreft hoeft er nu niet zonder meer besloten te worden dat die 50.000,= voor welzijn is, want u heeft als college gezegd: dat bekijken we bij de voorjaarsnota. Maar jemoet dan überhaupt wel geld hebben om nog iets te kunnen bekijken. Daarom zeggen we: laten we nu niet zo overhaast zo'n groot bedrag voor dit doel reserveren, maar een ton, dan is die 50.000,= structureel er en dan kunnen we bij de voor- jaarnsnota inderdaad afwegen hoe de zaken liggen. VOORZITTER: Het voorstel van de heer Pothuizen en de heer Van Gelder is dus om 100.000,= voor composteren te reserveren. Wie wenst dat te onder steunen? Dat voorstel wordt verworpen met 6 stemmen voor en 20 stemmen tegen VOORZITTERDat betekent dat het voorstel zoals het er ligt in de brief van 18 november in stemming komt. Wie wenst tegen het voorstel te stemmen om 150.000,= te reserveren Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Om composteren mogelijk te houden in de toekomst. Dat is in wezen de doelstelling, dus om te composteren. Wethouder MENNE: Ik vind dat het voorstel van het college het verst gaat. Ik zou willen voorstellen om dat eerst nu in stemming te brengen. Als er dan nog andere voorstellen zijn die als amendement worden ingediend, dan moeten die nu eerst komen. VOORZITTERWe hebben de amendementen gehad. Dit voorstel ligt er nu, dat is 150.000,= met de tekst die erbij hoort op blz. 2 van de brief van 18 november 1987. Waarbij bezien wordt of het mogelijk is om het composteren in de toekomst overeind te houden, op welke wijze dan ook. Dat bedrag is structureel, dat moet bij deze zaken, dat kan niet anders. Ik constateer dat de stemmen staken. Dat betekent Wethouder MENNE: De mogelijkheid die het biedt om al dan niet te composteren zou u eruit moeten laten. Dus puur de tekst van de brief. VOORZITTER: Dat was nu aan de orde. Ik wil toch proberen duidelijkheid te scheppen, want het is jammer als je op zo'n punt blijft hangen. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Ik wil nog een poging wagen om uit te leggen wat wij aan het doen zijn. Heer VAN GELDER: Ik vind het niet juist om, nadat er een stemming is geweest nog een hele toelichting te geven en het dan nog eens in stemming te brengen. VOORZITTERIk vind toch, mijnheer Van Gelder, u heeft enorm veel tijd gevraagd vanmiddag, als een wethouder op zo'n belangrijk punt probeert toch nog overeenstemming met de raad te bereiken, dat die kans genomen moet worden. Als het lukt dan zijn we daar allemaal gelukkig mee. Heer VAN GELDER: Wat zegt het reglement van orde over het aantal keren dat een voorstel in deze vergadering aan de orde mag worden gesteld en in stemming mag worden gebracht? VOORZITTERDat weet ik. Maar we zitten hier ook met z'n allen om te kijken -dat is ook de geest van het reglement- of we een gezamenlijke lijn kunnen ontwikkelen. Want nu zitten we in een situatie die straks misschien weer terug komt.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 333