18 november 1987
- 48 -
Mevrouw BLOMMERS: Nee, voorzitter, daar ben ik het niet mee eens. Als u vindt
dat als er op een goed moment een ruimte van 400.000,= in het routinefonds
zit, dat moet worden afgeschreven op gemeentewerken -waar u overigens geen
enkele nadere informatie gaf op dat moment- dat wij als raad dan ook het
volste recht hebben om hier in de vergadering te besluiten dat wij dat
in ieder geval niet een goede zaak vinden. Dan wil ik dat dus niet aanhouden,
dan wil ik in ieder geval die beslissing nemen. Daarnaast wil ik dan bij
de Stichting Zwembaden nogmaals voorstellen om het vervroegd af te schrijven
op het natuurbad.
VOORZITTERWe zijn het voor de helft met elkaar eens. Van de kant van
het college is gezegd: we begrijpen dat de raad deze extra afschrijving
niet wil. Dat is een besluit dat wij nemen. De effecten daarvan -een extra
bezuinigingsopdracht voor gemeentewerken- daar spreken we ons nog niet
over uit met elkaar, daar gaan we eerst nog eens over overleggen in de
commissie financiën. Dat is wat wij met elkaar kunnen afspreken, denk ik.
Heer VAN GELDER: Nee, voorzitter. Als u zo veronderstellenderwijs zegt:
dat doen we even ad hoe, laten we verstandig zijn, etc. dan kan ik u wel
vertellen hoe wij daar in onze fraktie over gesproken hebben. We hebben
daar in eerste instantie over gesproken voordat we naar de commissievergade
ringen gingen die twee dagen, toen hebben we het voorstel gelanceerd en
erover gesproken, toen zijn we teruggekomen in de fraktie en het nog een
keer bekeken. We hebben in de fraktie uitgebreid gekeken naar de consequenties
en ons verdraaid goed gerealiseerd dat door die 400.000,= afschrijving
in feite de begroting van gemeentewerken werd ontlast met 40.000,= zodat
de consequentie van deze beslissing is dat die ontlasting van de begroting
van gemeentewerken wordt teruggedraaid. Doen we dat niet, dan is het niet
aanwenden van dat geld, want dan is het al lang besteed. Dat zou betekenen
dat de begroting gemeentewerken een hoger tekort van 40.000,= laat zien
en dat tekort moet dan door de algemene dienst worden opgehoest. Dan is
het net zoiets als een beslissing nemen om ten laste van de algemene dienst
40.000,= aan het een of het ander uit te geven. Zo dom zijn we niet,
dat we dat niet in de gaten hebben. Als wij dus het voorstel doen om die
400.000,= niet vervroegd af te lossen, dan houdt dat impliciet in dat
de ontlasting van die begroting van gemeentewerken niet plaats vindt en
dat we inderdaad de vrijheid hebben om op een ander beleidsterrein gewoon
te beslissen wat we met die 400.000,= gaan doen. Zo moet u het voorstel
interpreteren. Dat is weloverwogen en daar hoeft u het niet mee eens te
zijn, maar dat is een heel andere zaak.
VOORZITTER: Wethouder Menne, zou u daar nog op willen reageren? Het gaat nu
om het voorstel waar de VVD mee is begonnen. Dat wordt ter beoordeling
voorgelegd. De VVD heeft gezegd: dan hakken we het in tweeën, dan doen
we nu alleen het niet doorgaan van die versnelde afschrijving en het volgende
komt straks. Dus ik denk dat aan de orde is, als u dat voorstel handhaaft,
dat voorstel van de VVD. Dat betekent dus alleen op dit moment niet versneld
afschrijven en verder nog niks.
Wethouder MENNE: Dat is correct, dat kan, je kan dat splitsen. Ik wil mij
toch de vrijheid voorbehouden om straks in het college het ook ten gunste van
gemeentewerken eventueel als mogelijkheid voor iets anders te zien, want de
oorzaak van de ruimte van 400.000,= is ook goeddeels gelegen bij gemeente
werken.
Heer VAN ESSEVELD: Ja, maar als er iets begroot wordt van vier ton, wat
40.000,= per jaar aan lasten geeft en dat accepteren we niet, dan moet
u dat geld niet naar gemeentewerken brengen in één keer. Dat gaat terug