18 november 1987
- 52 -
tot een andere zaak zal worden besloten, dan ga je dat aanpassen aan datgene
wat je goedgekeurd hebt.
Heer BOERKOEL: Mijnheer de voorzitter, met wat de heer Verheus zojuist
vertelde, denk ik dat wij voldoen aan het verzoek dat het college gedaan
heeft, namelijk het hoofdstuk personeel uit deze beide begrotingen halen
en daar waar het voorstel van het college is om het personeel per 1 januari
in gemeentelijke dienst te laten zijn, kun je niet én het hier laten staan
én een reorganisatie doorvoeren. Dus wij zijn het met de heer Verheus eens.
Daarnaast is het zo dat wij zostraks aangedragen hebben ten aanzien van
de Stichting Zwembaden een aantal investeringen en een aantal onderhoudslasten
die mijns inziens nonsens zijn, die zouden wat dat betreft uit deze begroting
moeten. We hebben dat al aangedragen en dat is niet overgenomen door de
raad. Wij zijn tegen dit soort investeringen en begrotingen op deze manier
gesteld
Heer VISSER: Het is toch wel een beetje vreemd, voorzitter, om een begroting
vast te stellen van een stichting die je per 1 januari opheft, terwijl
die begroting eigenlijk per 1 januari ingaat. Dus ik zou inderdaad met name
die hele personeelspost eruit willen halen.
Heer POTHUIZEN: Ik kan hetgeen door de vorige sprekers -afgezien even in
dit geval van de VVD-fraktie- onderschrijven. Er resteert natuurlijk wel
een vraag: waar wordt de post personeel, die vervolgens toch ergens moet
blijven, dan ondergebracht en hoe besluiten we dat?
Mevrouw BLOMMERS: Voorzitter, nog even naar de vervroegde afschrijving
van het zwembad. Ik heb begrepen uit het antwoord van de wethouder dat
hij alle mogelijkheden behalve afschrijven op gemeentewerken wil beschouwen
in de commissie financiën. Bedoelt de wethouder daarmee dat hij in alle
gevallen dit geld zal gebruiken voor vervroegde afschrijving? Want in dat
geval zouden we kunnen wachten tot die discussie. Wij hebben niet erg veel
zin om het nu op een andere manier te gaan gebruiken dan we in eerste instan
tie hebben voorgesteld.
Wethouder PLOMP: Gehoord de discussie, voorzitter, zou ik een opmerking
willen maken. Wij hebben toegezegd dat wij met voorstellen zullen komen
voor de decemberraad. We hebben inmiddels ook geconstateerd dat het goed
zou zijn om on speaking terms te blijven met de Sportstichting, met wie
wij nog dat voorstel zullen bespreken. In dat kader hoop ik eigenlijk dat
men de begroting in zijn totaliteit goedkeurt. Mocht er toch een situatie
ontstaan die mogelijkerwijs een begrotingswijziging met zich mee zou brengen
later, dan kunnen we dat altijd nog doen. Ik denk dat het gesprek dat nog
moet worden gevoerd, het mogelijk belastend werkt als wij daar een onderdeel
uithalen.
Heer POTHUIZEN: Is dit nu het standpunt van het volledige college, wat
de heer Plomp weergeeft? Want ik zit toch even te zoeken naar de aansluiting
op de correspondentie, voorzitter.
VOORZITTERUiteindelijk zal de raad het moeten uitmaken.
Wethouder MENNE: Inderdaad, de raad maakt het ook uit. Twee dingen, mevrouw
Blommers. Ik heb inderdaad op het oog alle mogelijkheden met betrekking
tot het profiteren van de gelden die er in onze gemeente vrijkomen. Dus
dat het een afschrijving wordt, kan ik op dit moment niet zeggen, noch
de plek waar vervroegd zou worden afgeschreven.
Wat het tweede punt betreft: wij hebben inderdaad met betrekking tot het