18 november 1987
- 68 -
kan ik mij in vinden. Ik vind het erg jammer dat er de opmerking in staat
dat er gestreefd dient te worden naar één accommodatie per wijk. Dat maakt
het voor mij moeilijk om ervoor te zijn. Ik ben altijd tegen dit soort
uitspraken omdat ze het bijna onmogelijk maken dat er identiteitgebonden
welzijnswerk verricht wordt. Om die reden kan ik niet voor deze motie zijn.
De verdere strekking, het onderzoek dat per februari van start moet gaan,
is wel volledig in de lijn van wat ik al eerder gevraagd heb.
VOORZITTERU zei in een en dezelfde zin dat u voor en tegen de motie was.
U zei dat u zich kon vinden in de motie, maar u wilde alleen een opmerking
maken over die wijk en toen eindigde u met de opmerking: omdat dat erin
staat ben ik tegen de motie. Dus nu weet ik het niet meer.
Heer MEILOF: De algemene strekking van de motie vind ik zeer goed. Dat
onderzoek dat moet gebeuren en dat ook in februari moet gebeuren om goede
plannen voor 1989 te kunnen maken, ook in het kader van de bezuinigingen,
daar sta ik allemaal geheel achter. Alleen, één uitgangspunt waar men naartoe
wil werken bij het CDA, de wijkgebonden accommodatie, is voor mij doorslag
gevend waarom ik er niet voor kan zijn, al vind ik dat jammer.
Of ik stem alleen tegen dat gedeelte, als dat kan.
VOORZITTERDe heer Baks zou nog uitleggen wat naar zijn idee een wijk is.
Heer BAKS: Ja, mijnheer de voorzitter, dat wil ik en dan speel ik de bal terug
naar het college, want die geeft bij dit raadsvoorstelde hoofdlijnen
van het te voeren welzijnsbeleid aan: over het algemeen zal het gaan om
wijkgebonden activiteiten in wijkgebonden accommodaties. Diezelfde accommodaties
bedoelen wij ook die het college bedoelt.
VOORZITTERDat betekent dat het begrip 'wijk' niet gedefinieerd is en
dat er dus nog ruimte is om daarover te overleggen.
Heer BAKS: Voorzitter, ik kreeg van u de gelegenheid om dat uit te leggen.
Voor de zuiverheid van de discussie willen wij uit de motie punt g. weglaten.
Mevrouw MEIJER: Over het welzijnsplan moet ik zeggen dat het een helder
en duidelijk stuk is. Er staat duidelijk in wat er gerealiseerd is en waar
nog aan gewerkt moet worden, waar de knelpunten liggen. Wij zijn het niet
eens met de lokale radio de AROS als daar dus een tariefsverhoging uit
voort komt. Verder zijn we het met de dingen eens. Wij zullen tegen de
motie stemmen. We hebben dus wel hoofdlijnen in 1984 vastgesteld, maar
we hebben ook als PvdA gezegd: het zal ook heel moeilijk zijn om het te
realiseren, zeker wat de subsidie betreft, want je hebt bestaande instellingen
en daar moet je heel langzaam naartoe werken, want er moet ook een mentali
teitsverandering zijn. Dat heeft ook te maken met het samenwerken en ik
denk ook dat er al een aantal instellingen samenwerken, als we kijken naar
Artishock die naar C-drie is gegaan, we hebben nu het Dorpshuis waar ook
jeugdwerk in terecht komt, gedeeltelijk.Als hier staat: er moet gestreefd
worden naar één accommodatie dan denk ik dat er ook gezegd is in het te
voeren welzijnsbeleid, in de hoofdlijnen, dat die activiteiten elkaar ook
niet moeten bijten. Ik denk dat je de ene activiteit niet bij de andere
kunt plaatsen. Punt f, voorrang aan achterstandsgroepen, dan denk ik: net
moesten we een motie aannemen waarin het CDA de eigen bijdrage aan achterstands
groepen, met name de minderheden, met 40% wilde verhogen. Hoe moet ik dat
dan lezen: voorrang aan achterstandsgroepen en eerder in de motie: dat
het gemeentelijk welzijnsbeleid voorrang dient te verlenen aan groepen
of personen die niet op eigen kracht tot ontplooiing kunnen komen. Punt
g. over de door het rijk opgelegde korting wil het CDA er nu uithalen.