17 december 1987
- 8 -
overeenkomstenverordening, dus eigenlijk is er helemaal geen statutenwijziging
voor nodig, als je het maar samen overeen komt. Dus wij willen bepleiten
dat het overeengekomen wordt. Daar is wel voor nodig een bepaalde afspraak
hoe je die mensen kunt inzetten. Dat is namelijk nodig om je taken te ver
vullen als werkgever, maar in dit geval ook als bestuurlijk verantwoordelijke
voor de sport. En dat is nu net iets dat nog niet goed geregeld is. Wij
denken dat dat in een aantal weken wél geregeld kan zijn als men in goed
overleg inderdaad die overgang gaat bespreken en overeen komt. Dan is het
een feit en dan heb je ook niet te maken met de één wel in gemeentedienst
en de ander niet in gemeentedienst, want dat lijkt mij juist een grote
verwarring geven. Dus vandaar dat de uitgestoken hand van de sport wil
zeggen dat in overleg datgene bereikt kan worden wat je nu kunt forceren,
maar dan de rest van het overleg nauwelijks nog zinvol laat zijn.
Een tweede punt, er is gesproken over een commissie ad hoe. Wij vinden
dat het belang dat je hecht aan een structuur als sport niet wordt bepaald
door daar speciaal een commissie voor in te stellen, maar door de ruimte
die je biedt om te overleggen. Maar als de meerderheid een commissie ad
hoe nodig vindt, dan wil ondergetekende daarin gaan zitten namens de VVD-
fraktie. Daarbij dan wel een kanttekening. Er is de laatste tijd zeer veel
stampei geweest, meestal in andere commissies, over openbaarheid. Wij vinden
het niet juist dat het overleg dat al zo mistig is voor velen wederom in
beslotenheid zal gaan plaatsvinden. Wij vinden dat deze commissie typisch
openbaar hoort te werken, zodat iedereen nu eens de argumenten kan horen
waarom men voor en wanneer men tegen een bepaalde oplossing is. Met één
opmerking, wat heel gebruikelijk is: als we praten over personen, dan zal
het in beslotenheid gebeuren.
Voor wat betreft de tweede of derde instantie, dit is een tweede instantie
en ik denk dat zo meteen nog gekeken moet gaan worden of een derde instantie
kan leiden tot een vruchtvol overleg, zoals in uw brief al staat aangegeven,
voor volgende week maandagavond.
Heer MEILOF: Voorzitter, de wethouder heeft niet gereageerd op mijn vraag,
mijn onduidelijkheid bij het kiezen voor de structuur B. Daar hebben wij
simpelweg één van de twee doelstellingen laten varen. Ik denk dat daar
een motivatie voor is. Dat soort motivaties krijg je niet te horen als
je niet zelf in een sportcommissie zit als mede-bestuurder. Ik zou daar
graag iets meer van willen horen. Misschien kan dat mij nog overtuigen
dat die tweede doelstelling die de raad in zijn geheel heeft gesteld, nu
niet meer nodig blijkt te zijn.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, ik zou de heer Boerkoel willen aanmelden als
lid voor de ad hoe commissie namens de fraktie van de PvdA.
Heer VISSER: Namens Progressief Soest, mijnheer de voorzitter, meld ik
deze fraktievoorzitter aan om deel te nemen aan uw commissie ad hoe.
Heer POTHUIZEN: Voor D'66 zal ik het doen, voorzitter.
Wethouder PLOMP. Mijnheer de voorzitter, voor wat betreft het overleg over
de structuur B, waar ik de heer Meilof nog een antwoord verschuldigd was,
is het zo dat het de bedoeling is dat er gesproken wordt over de voorlopige
voorkeur voor model B en dat in de tussentijd de zaken doorgaan zoals ze
nu aan de gang zijn, maar dat bij het overleg er dus slechts sprake zal zijn
van de commissie ad hoe waarin de zojuist genoemde betrokkenen zullen deel
nemen en dat anderzijds vanuit de sport er wordt deelgenomen door alleen
maar sportbestuurders. In de tussentijd zal de zaak natuurlijk toch wel
moeten doorgaan tot het moment dat de definitieve beslissing wordt genomen.
Dat betekent dat naar ons oordeel de huidige werkwijze en samenstelling