17 december 1987
- 11 -
VOORZITTER: Goed, dat kunt u zeggen. Ik heb daarnet gezegd: de brieven maken
deel uit van het raadsvoorstel, omdat het raadsvoorstel in het licht van
de brieven moet worden gelezen. Dat betekent dat deze brieven deel uitmaken
van het raadsvoorstel en straks van het raadsbesluit.
Voor alle duidelijkheid wil ik dan toch even precies weten op welk punt
de heer Krijger dan zijn voorwaarden legt als u zegt dat u voor het raadsvoor
stel bent zonder de toevoegingen.
Heer KRIJGER- Meestal maakt raadsvoorstellen die onderscheiden zijn in
een toelichting en het eigenlijke besluit. Nu is het een raadsvoorstel
waarin toelichting en besluit door elkaar staan. Wat u concreet voorstelt
is: kunnen wij op grond van model B het overleg starten? Als dat uw voorstel
is, dan zeg ik ja. Wordt erbij betrokken een toelichting -dat is geen besluit
meestal, kijk naar alle andere voorstellen- dan is het genoegzaam bekend
hoe men over de toelichtingen denkt. Ze maken natuurlijk op elk moment
deel uit van het overleg, maar dat is geen raadsbesluit.
VOORZITTERHet is zo, dat in dit geval geldt het besluit om te gaan onderhan
delen met als uitgangspunt en doel om te bereiken een structuur als in
model B, maar met die kanttekening dat de voorwaarden en de hele omgeving
die dat onderhandelen mee bepalen, dat die in het raadsvoorstel respectievelijk
in deze brieven staan. Ik begrijp van u dat u zegt: ik ben op zich voor
model B, maar voor het overige heb ik heel andere motieven -die heeft u
net toegelicht- en daar kan ik dus niet achter staan. Zo mag ik formuleren
voor wat u betreft? Dat betekent dat dit voorstel is aangenomen met deze
kanttekening van de VVD daarbij
Heer MEILOF: En met mijn tegenstem, omdat model B niet het mijne is omdat
niet duidelijk is geworden wat deze structuur inhoudt ten aanzien van de
plaats van de politiek.
VOORZITTER: Waarvan akte.
Voorstel 5 wordt aangenomen met de aantekening dat de heer Meilof geacht
wil worden tegen te hebben gestemd en met een kanttekening van de VVD-fraktie.
VOORZITTERVoorstel 17 betreft uitvoering van het raadsbesluit van 25 juni
1987 voor zover het betreft de integratie van het bij de sportstichtingen
werkzame personeel in de gemeentelijke organisatie.
Heer KRIJGER: Mag ik een stemverklaring geven, mijnheer de voorzitter?
Wij zijn tegen dit voorstel, omdat het misbruik is van macht van de overheid
ten gunste van de rol als werkgever.
Het voorstel wordt aangenomen met de aantekening dat de VVD-fraktie geacht
wil worden tegen te hebben gestemd.
VOORZITTER: Voorstel 18 betreft de beslissing over het onderdeel personeels
lasten in de begrotingen Stichting Zwembaden en S.L. O.S.S.
Ik zal het voorstel voorlezen zoals het uiteindelijk in de brief van 15
december staat, omdat dat de beste formulering is.
Wij stellen u voor de post personeelslasten van de begrotingen van de Stichting
Zwembaden en de S.L.O.S.S. alsnog goed te keuren onder de voorwaarde dat
geen uitgaven mogen worden gedaan ten aanzien van die formatieplaatsen
waarvan de discussie over het al dan niet vervullen daarvan niet is afgerond.
Heer KRIJGER: We blijven genuanceerd, hoewel netjes. Wij zijn niet tegen
het goedkeuren van de begroting, maar u neemt al een voorschot op wie bepaalt