19 maart 1987
- 7 -
Ik meen dat daardoor deze formulering niet juist is.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Ik wil het verzoek van de heer Beijen wel honoreren.
Als je over een project praat, kun je praten over een straat, een woonwijk
of een gebied waar huizen staan. Het is inderdaad zo, dat er nog wel huizen
zijn in Soest die wel kunnen worden aangesloten op een riolering. Wat dat
betreft zou de eerste zin kunnen luiden: "De Amersfoortsestraat is een
project waarbij. Dat wil ik best honoreren. Maar dat is niet de kern
van de zaak. De kern van de zaak is in wezen dat wij hier een groot project
hebben, waarbij het mogelijk is om met subsidie van het rijk in dat gebied
een adequate rioolleiding te leggen. En ik moet vaststellen dat het een
aanzienlijke subsidie is, want het gaat om 40% van de kosten. Het voorstel
om het aan te houden zou ik willen terugwijzen, omdat wij daardoor in onge
wenste tijdnood komen. U weet, mijnheer Boerkoel, dat als we dit gaan uitvoeren
er ook aansluitingen moeten plaatsvinden en dat de uitkering plaatsvindt
op het aantal verwezenlijkte aansluitingen. Aangezien werkbare tijden voor
dit soort werk in het algemeen nog voor de winter vallen, willen wij dat
ook omstreeks de bouwvakvakantie -beginnend vóór en afsluitend na- afronden.
Uw opmerking dat er met het WMN te onderhandelen zou zijn, daar zie ik
geen enkele basis voor omdat het WMN dan een bedrijf mag zijn, maar het
is niet zo dat zij op dit moment enig belang hebben bij het al of niet
hebben van een riolering voor de Amersfoortsestraat. Ik heb al gezegd dat
het buiten hun waterwingebied ligt en zolang het daarbuiten valt zullen
zij zich daar niet mee inlaten. Een tweede is, dat zij natuurlijk best
wel zorg hebben dat je nitraatvergiftigingen zult voorkomen in de toekomst.
Alleen, daar hebben zij op dit moment geen geld voor en ik zie geen positief
resultaat in enige vorm van onderhandeling op dit moment.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel eervol ontslag heer H. Oldewarris als ambtenaar van de burgerlijke
stand.
Het voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel inzake dorpshuis en jeugd en jongeren Soesterberg.
VOORZITTERWethouder Kingma wil even beginnen, omdat er nog een mededeling
is te doen die van belang is voor de discussie.
Wethouder KINGMA: Dank u wel, voorzitter. Na de behandeling in de commissie
welzijn en voor deze raadsvergadering heb ik nog een gesprek gehad met
de bestuurskandidaten zoals die in het raadsvoorstel staan. Daar is uit
gebleken dat één van de drie mensen, namelijk de heer Van Rijthoven, niet
verder bereid bleek kandidaat te zijn. Overleg met de overgebleven twee
kandidaten heeft ertoe geleid dat de afspraak is gemaakt dat gepoogd zou
worden nog voor deze raadsvergadering een nieuwe kandidaat te vinden, maar
dat het waarschijnlijk was dat dat niet zou lukken, ook al omdat in redelijk
heid tegemoet moet worden gekomen aan het verlangen van de twee overblijvende
kandidaten om op een behoorlijke wijze van gedachten te kunnen wisselen
met een derde kandidaat om te bekijken of men het samen, als drie bestuurs
leden gekozen door de gemeenteraad, met elkaar zouden kunnen klaren en
kunnen vinden. Dat noopt ons tot het volgende voorstel, ook al omdat de
twee overgebleven betrokkenen het op hoge prijs stellen een uiteindelijke
conclusie over hun feitelijke aanvaarding van een bestuurslidmaatschap
te kunnen beoordelen aan de hand van de besluitvorming in deze raad, zodat
men weet, als toekomstig bestuurslid, waar men aan toe is. Dat betekent
dat om twee redenen: er ontbreekt een bestuurskandidaat en men stelt het