19 maart 1 987
- 8 -
op hoge prijs te weten waar men instapt, dus men wil eerst kennis nemen
van de besluitvorming in de gemeenteraad, wij u moeten voorstellen om de
benoeming van de bestuurskandidaten een maand aan te houden.
VOORZITTERDeze informatie moge dus deel uitmaken van de discussie.
Mevrouw BLOMMERS: Voorzitter, het voorstel zoals dat nu voor ons ligt,
is aanleiding geweest tot een uitgebreide discussie in onze fraktie. Er
is in deze raad al uitgebreid gesproken, gedurende vele jaren, over de
plaats van het Dorpshuis en de mogelijkheid om de rol van het Dorpshuis
op een juiste wijze te vervullen in Soesterberg. Daar zijn veel Soesterbergers
voor in de weer geweest, er zijn een heleboel plannen voor gemaakt. We
vinden het daarom eigenlijk pijnlijk dat dit voorstel nu als het enig-
zaligmakende naar voren wordt gebracht, niet omdat we niet denken dat dit
een mogelijkheid en zelfs een goede mogelijkheid zou kunnen zijn, maar
omdat het weer zo definitief gesteld is: doe nou dit, dan komt alles in
orde. Dan zijn wij teleurgesteld dat er maar 190 m2 dorpshuisfunctie over
is van al die m2 dorpshuisfunctie die oorspronkelijk gecreëerd waren in
Soesterberg. Aan de andere kant, als we de zeer uitgebreide documentatie
lezen die erbij ligt en we praten over de activiteiten die op die m2 moeten
worden georganiseerd, dan is dat misschien toch wel redelijk, moet je hier
mee beginnen. Misschien is het beter dat het op een goed moment uit zijn
jasje barst omdat er zoveel activiteiten zijn, dan kun je altijd nog bijstellen.
Dat is natuurlijk voor een zeer groot gedeelte afhankelijk van de activi
teiten die door de Soesterbergse organisatie worden ontwikkeld. Er wordt
één stimulans in het verhaal ingebouwd: eventueel soms een gratis gebruik.
Onze fraktie denkt niet -en wij kijken dan naar de Soester situatie- dat
het goed is om iets om niet ter beschikking te stellen, want dat is net
zo goed een zaalhuursubsidie als wanneer je zou zeggen dat het 40,= kost
en dat die 40,= gedeclareerd mag worden bij de gemeente. Die 40.= moet
namelijk toch worden opgebracht en als u weet wat de zalen in Soest kosten
waar verenigingen ook met ontzettend veel inzet van vrijwilligers dingen
voor elkaar krijgen, dan denk ik dat je daar één lijn in moet trekken en
dat je dan hooguit zou moeten kijken of er niet een stimuleringsregeling
voor de eerste jaren nodig zou zijn. Maar dat is allemaal nog een stap
verder dan het punt waar op het ogenblik in onze fraktie de grootste bezwaren
tegen zijn. Dat is namelijk de financiële dekking van het hele plan. Als
wij ervan uitgaan dat de Soesterbergse bevolking dit genoeg dorpshuisfunctie
vindt, als we ervan uitgaan dat het gemeentebestuur dit een goede plaats
vindt voor zijn politiepost, een goede plaats voor zijn secretariefunctie,
een goede oplossing voor zijn jeugdzorg en al die verschillende instanties
zijn het daar ook mee eens en weten wat de consequenties zijn, uitgewerkt
en wel, dan blijft toch nog onverkort dat er een gedeelte van de dekking
voor het hele plan wordt gevonden in de opbrengst van de politiepost. Zuiver
financieel gezien hebben wij daar moeite mee. Wij geven er de voorkeur
aan dat er een plan wordt gemaakt waarbij de werkelijke kosten op tafel
liggen en waar de dekking ook wordt gevonden in de daarbij behorende instanties.
Dat betekent dat als op een goed moment de politiepost wordt verkocht,
dat dan een gedeelte van die opbrengst wel degelijk mag worden gebruikt
om de politiepost te herhuisvesten, maar dat alles wat méér is terug hoort
te vloeien in de algemene dienst. Evenzo met de secretarie. Dat er dan
op een goed moment een groter tekort komt, waarvoor je een groter beroep
doet op de algemene middelen, is een zaak die we dan graag willen bespreken.
Nu u door omstandigheden gedwongen bent om de bestuursfuncties nog niet
te benoemen vanavond, in deze bijzondere constructie van een dorpshuis
dat niet van ons is, dat bestuurd wordt door mensen die voor een deel door
de gemeenteraad worden benoemd en waar gelden voor beschikbaar worden gesteld
voor een groot aantal huurders door de gemeenteraad, zouden wij eigenlijk