16 juni 1988
- 10 -
VOORZITTER: Er is gevraagd om een korte schorsing, die wil ik graag nu even
geven. Voor de mensen die op de publieke tribune zitten en niet altijd deze
vergadering bijwonen, wijs ik erop dat het hier verboden is om te roken. De
raadsleden geven daarbij het voorbeeld! Ik schors de vergadering.
VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Alvorens met de discussie door te
gaan, lijkt het mij juist om de motie die de heer Krijger heeft uitgedeeld
voor te lezen. De motie luidt als volgt:
De raad van de gemeente Soest, in vergadering bijeen op donderdag 16
juni 1988 en beraadslagend over het voorstel RV 88-112,
spreekt uit
-dat het hem ernst is om in goed overleg met de eigen burgers tot
besluiten te komen;
-dat het bereiken van goed overleg voorrang kan hebben op het
zelfstandig beslissingen nemen;
-dat het college en een raadsvertegenwoordiging een open overleg
nastreven met de georganiseerde sport;
-dat op zo kort mogelijke termijn met een onafhankelijke, externe
deskundige gespreksleider een bijeenkomst tussen gemeente en sport zal
worden belegd;
en gaat over tot de orde van de dag.
De motie is getekend door de heren Krijger, Beijen en Meilof.
De motie maakt onderdeel uit van de discussie.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, er zijn een aantal zaken gezegd
waar ik niet op hoef te reageren. Er is ook gevraagd of de toekomstige
stichting verzekerd kan zijn van ambtelijke bijstand. Ik denk dat in ieder
geval in het kader van hetgeen wij geschreven hebben, er natuurlijk altijd
bijstand van ambtelijke zijde wordt verleend als externen zich tot ons
richten, in die kwaliteit zoals we dat gebruikelijk doen.
Voor wat betreft de verdere opmerkingen wil ik mij beperken tot hetgeen
zojuist in de motie is verwoord. Het college is van oordeel dat na de
besluitvorming vanavond over de uitvoering te overleggen ware in de
commissie ad hoe en daar te bezien of extern advies zinvol kan zijn.
Heer VERHEUSMijnheer de voorzitter, ik wil eerst reageren op wat de heer
Meilof gezegd heeft. Hij heeft gerefereerd aan het gesprek met de
brandweer. Maar dan is het natuurlijk toch wel een beetje een vergelijking
die enigszins mank gaat. Bij de brandweer was het zo dat het vrijwillige
brandweerkorps van Soesterberg het over de hoofdpunten, namelijk de
eenhoofdige leiding, wel eens was. Men was bereid -en dat hebben ze ook
duidelijk gezegd en ook geschreven- om op grond daarvan opnieuw met in dit
geval de voorzitter van de raad als verantwoordelijk man voor de brandweer,
verder te praten. Dus die vergelijking gaat niet helemaal op.
Ik begrijp uit het antwoord van de wethouder dat het college via de
commissie ad hoe bereid is om met de sport te praten. Natuurlijk, dat zijn
ze altijd. Maar ik wil dan duidelijk zeggen dat we de motie die om uitstel
vraagt en een beslissing wil nemen in een later stadium -ik spreek namens
de vier partijen- van de hand wijzen. Er is een jaar geleden een eerste
steen gelegd, er is gestart met het overleg. Na de vakanties, vorig jaar
augustus dus, is het echte overleg begonnen. We zijn nu een jaar verder en
om dan nog weer uitstel te geven, dat vinden we niet zinvol. We willen best
-het standpunt dat net door de heer Plomp is verwoord, om op basis van dit
raadsbesluit en dus van deze nieuwe statuten met de sportbestuurders te