16 juni 1988 - 36 - voor de medefinanciering van een overdekte zweminrichting. Bovendien is er gezegd dat het tekort dat nu eigenlijk op drie zweminrichtingen drukt, het Soester Natuurbad, De Turf en De Trits in Baarn, waar de Duinkikkers trainen, wat ons ook nog een flinke slok geld kost, dat bedrag zou eigenlijk voldoende moeten zijn om een nieuwe overdekte zweminrichting te kunnen exploiteren. Dan gaat onze voorkeur primair uit naar een geprivatiseerd zwembad. U krijgt van ons dus groen licht voor dit voorstel, mede gelet op de aanvullende brief en de toelichting die straks in de commissievergadering gegeven is. We zien dan in augustus de rest van de voorstellen uitgewerkt van u tegemoet. Er wordt hier gepraat over haalbaarheidsonderzoeken en exploitatie- opzetten; je kunt nog veel meer superlatieven gebruiken, maar het boekwerk dat er lag van die firma uit Drachten, daar staan cijfers in die klink en klaar zijn. Ik heb in de commissie gevraagd of die cijfers voor het college in eerste aanleg uitgangspunt zijn. Daar heb ik een duidelijk antwoord op gekregen, die vraag werd bevestigend beantwoord. Daar houden we het college ook aan. Heer MEILOF: Voorzitter, ik ben blij dat het college vaart heeft gezet achter deze zaak, een besluit van de raad, verkoop van het openluchtbad en de start met de plannen van een overdekt bad. Dat hier de eerste zaken op papier staan en dat het eerste budget nodig is om een onderzoek te kunnen plegen, is een uitstekende zaak. Het is goed om daar snel mee door te gaan. Ik ben blij dat ik gehoord heb dat een koppeling met een sporthal nog niet absoluut vaststaat, dat we daar nog over besluiten, dat we daar nog cijfers over op tafel krijgen. Eén ding benauwt mij wel wat. We hadden een slecht plan en een goed plan. Dat ene goede plan is overgebleven en dat geeft mij altijd het gevoel dat je daar dan ook financieel al gauw aan overgeleverd bent. Ik heb wel het idee, nadat ik daar verder over gehoord heb, dat het beslist geen duur plan is, maar toch vind ik het altijd veilig om voldoende vergelijkingsmateriaal daarbij op tafel te hebben. Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, ik heb dat half uurtje van het ordedebat in droefheid doorstaan. Er was eens een Haags politicus die vaststelde dat daar politiek vandalisme was uitgebroken. Misschien vindt hij dat wat hij hier gezien zou kunnen hebben, ook wel een beetje zo. Ik heb niet het gevoel dat er een taak voor mijn fractie ligt om in dat veld enige bijdrage te leveren om orde op zaken te stellen. Ik moet ook vaststellen dat mijn vertrouwen in het vermogen van twee van de drie grote partijen om zelf wat wij dan noemen orde op zaken te stellen, door dit soort dingen ook niet wezenlijk wordt vergroot. Met betrekking tot de inhoud van de zaak stel ik vast dat zowel in de commissie r.o. als hier in de afgelopen periode uitgesproken is door D'66 dat een zwembadloze periode moet worden voorkomen. Er moet, als het even kan, geen gat vallen tussen het dichtgaan van de twee zwembaden die we hebben en het opengaan van een nieuw bad. En dat kan best, want als de plannen voor nieuwbouw zowel naar lokatie als naar planinhoud geen maatschappelijke weerstand ondervinden, dan ben je er betrekkelijk snel. Dat kun je dan het best bereiken door een paar voorstellen aan te bieden waarvan je zeker weet dat één het zal halen. Daar ligt dus toch een kleine moeilijkheid, want er zijn plannen voorgelegd voor maar één lokatie en die is toch wel omstreden. In termen die je in bestemmingsplannen terugvindt, die mooie gele boeken die wij altijd krijgen, zou dan moeten staan dat de maatschappelijke haalbaarheid toch nog wel wat vraagtekens laat zien. Dat is misschien jammer, maat het is een gegeven dat je niet kunt ontkennen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 185