25 augustus 1988 - 11 - worden of het wel of niet doorgaat. Zo hebben we het in de commissie besproken. Wethouder PLOMPAls we het zo besproken hebben -en dat constateert u terecht- dan is dat op dit moment niet anders. VOORZITTER: Ik denk dat het wel duidelijk is. Heer VAN GELDER: Er zit toch iets vreemds in de procedure. Ik kom toch weer even terug op de voorbereiding van voorstellen. We hebben geen exacte duidelijkheid nog over allerlei aspecten van die sportvoorziening. Er is herhaaldelijk benadrukt van onze kant dat we graag een gecombineerd open en overdekt bad willen. Pas op een laat moment zijn de consequenties met betrekking tot investeringen en exploitatielasten bekend geworden. Op datzelfde moment bleek ineens een volstrekt nieuw feit, dat kennelijk de plaats op de Dalweg uit een oogpunt van geluidsoverlast ongeschikt is om een combinatie van een overdekt en een open bad te bouwen. Dat is een vrij recent feit, althans, voor de raad, ik weet niet of dat in de ambtelijke voorbereiding eerder bekend is geweest. Dat zijn natuurlijk toch belangrijke momenten, want onze doelstelling is om die combinatie te gaan bouwen. Als je kijkt naar de financiële aspecten dan zijn die niet zodanig dat op voorhand vanwege de extra investeringen of de extra jaarlasten nu al gezegd moet worden dat het al om die reden onhaalbaar is. Dus het is minstens de moeite waard om zoiets verder te onderzoeken. We refereren ook naar de relatie met de eventuele sluiting van het Soester Natuurbad, we willen toch graag een open bad handhaven. Dan komt het nemen van zo'n voorbereidingsbesluit toch in een ander daglicht te staan. Ik denk dat wij toch van het college verwachten dat de discussie over de plaats van de sportvoorziening met deze nieuwe feiten eigenlijk weer aan de orde moet komen. Je kunt wel zeggen dat dat laat is, of iets dergelijks, maar dat komt dan omdat die informatie over geluidshinder en dat soort zaken, die daar kennelijk ontoelaatbaar zijn, dan ook zo laat komt. Ik wil toch graag uw mening weten over wat onze eventuele instemming hiermee voor consequenties heeft ten aanzien van de optie om nog naar een andere plaats voor dat zwembad te gaan kijken. Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, dit voorbereidingsbesluit is nodig om de artikel 19 procedure in te kunnen gaan. Voor wat betreft die procedure heb ik u net gezegd dat wij dat op de agenda van de vergadering van 30 augustus hebben gezet. Als u in die vergadering aan de orde stelt wat u nu aan de orde stelt, dan zal daar ook blijken wat een meerderheid van de raad wil. Dat heeft dan relatie tot de omvang van het object en dat heeft ook relatie tot de plek van het object. Dat horen wij dan de 30e wel. Maar hoe dan ook, er zal een artikel 19 procedure moeten worden ingezet en daarvoor is een voorbereidingsbesluit nodig. De invulling exacter kan ook de 30e aan de orde komen. Heer VAN GELDER: Dan is het toch zo, dat mijn fractie aangetekend wil zien dat wij met die recente informatie toch vinden dat eerst die mogelijkheden nader moeten worden onderzocht. Wij opteren voor de combinatie, dat is duidelijk. Dat kan daar kennelijk niet vanwege de geluidsoverlast en dan vinden wij dat nu niet al de artikel 19 procedure in gang gezet moet worden, want dan zouden wij ons al bij voorbaat akkoord verklaren met het niet realiseren van een open zwembad. Ons standpunt kent u, dus dan zijn wij tegen dit onderdeel van het raadsbesluit. VOORZITTER: Ik stel vast dat de rest van de raad, in ieder geval de overgrote meerderheid, dit besluit steunt.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 200