24 oktober 1988
- 5 -
voor geweest. Maar als je constateert dat een aantal zaken goed gaan lopen
-ik kom daar zo nader op terug- dan valt duidelijker op wat er niet goed
loopt. Die tegenstelling vindt u ook terug in onze algemene beschouwingen.
Daar waar duidelijk de positieve tendens die ingezet is met de
reorganisatie en ook de positieve tendens met betrekking tot de manier
waarop deze gemeente bestuurd wordt, waar die duidelijk afwijkt, hebben wij
dat heel nadrukkelijk gesignaleerd. Ik hoef dat niet nu te herhalen, dat
heeft u allemaal kunnen lezen. Dan mag de WD opmerkingen maken over een
toon die wordt aangeslagen, ik denk dat het goed zou zijn als de WD zich
dan realiseert dat het ons ernst is dat het eigenlijk niet kan dat waar het
op zoveel plaatsen zo goed gaat, het op die plaatsen die wij genoemd
hebben, achter blijft.
De financiële positie van de gemeente is goed te noemen. In het verleden
hebben wij dat herhaaldelijk betoogd en we zijn blij dat het college nu
zover is met ons te vinden dat niet alleen de structurele begrotingslast
maar ook de toe- of afname (in ons geval toename) van de reserve mee moet
worden betrokken bij de weging in het financiële beleid.
De ontwikkeling met de politie baart ons zeer grote zorgen. We hebben daar
een aantal opmerkingen aan gewijd in onze algemene beschouwingen, ook
initiatieven van anderen die ertoe bij moeten dragen dat de voorstellen
zoals ze nu tot ons gekomen zijn, niet zullen doorgaan, die zullen wij van
harte ondersteunen.
Met betrekking tot het ouderenbeleid hebben wij voorstellen gedaan om iets
extra's te doen op het gebied van de woongelegenheid. Wij vernemen uw
reactie graag.
Tenslotte zou ik nog een opmerking willen maken met betrekking tot de
totale presentatie van de stukken rondom de begroting en met name de
ambtenaren die daaraan meegewerkt hebben, middels uiteraard het college en
de portefeuillehouder, een compliment willen maken.
Er is nog een laatste vraag die ik u nog zou willen stellen. Wij kunnen
binnenkort wederom een Soester Olympisch kampioen tegemoet zien. Gaarne
vernemen wij nog tijdens deze vergadering welke festiviteiten het college
voor deze Olympisch kampioen denkt te gaan organiseren.
Heer VISSER: Voorzitter, de manier waarop we vanavond de begroting
behandelen is natuurlijk uniek in Nederland, maar dan in het negatieve denk
ik. Nergens gebeurt het zoals het nu gebeurt, namelijk dat je 10 dagen van
tevoren je verhaal in moet leveren, dat het gepubliceerd wordt alsof het
uitgesproken is. Kortom, ik denk dat we bij de evaluatie met alle fouten
die er nu weer gemaakt zijn daarbijdaar toch op terug moeten komen of dit
wel de goede manier is. Tien dagen geleden heb ik dit verhaal geschreven.
Inmiddels ben ik overstroomd met blinde vlekken vanuit de bevolking, zodat
ik u had willen voorstellen om de komende drie kwartier een nieuw verhaal
te houden. Maar ik zal u dat niet aandoen. Ik wil mij dus beperken tot het
nogmaals aanstippen van de vragen die wij gesteld hebben. Ik wil voorkomen
dat u één vraag over het hoofd ziet en dat we vanavond daar geen antwoord
op krijgen. Het was natuurlijk ook voor ons geen kunst om hier met een
handvol moties te gaan zwaaien, maar ik denk dat dat ook een verkeerde
manier is. Pas na vanavond kijken we in hoeverre wij onze voorstellen aan
de raad moeten voorleggen, voordat wij dit doen door middel van moties. U
moet ook verwachten dat wij dat misschien woensdag alsnog doen. Ik hoop
niet dat u ons dat zult beletten.
Voorzitter, om op de vragen terug te komen. De blinde vlek aan het Kerkpad.
Ik wil van u horen vanavond hoe u ons de garantie kunt geven dat dit in de
toekomst niet meer gebeurt.
Een andere blinde vlek is op het gebied van de CAI. Er zijn nog steeds
mensen in Soest niet aangesloten. U weet precies waarop ik doel, kijkt u de