24 oktober 1988
- 16 -
geval. Bovendien is het de vraag of de raad er verstandig aan doet zich
voor al te lange termijn te binden. Het is zo dat wij ieder jaar
begrotingsbesprekingen hebben en dan kan ieder jaar weer blijken hoe weinig
de raad geneigd is om wat dat betreft de sporters op te grote lasten te
brengen.
Dan is er nog een opmerking gemaakt over het investeringsprogramma 1989-
1992 en dan gaat het ook over de sport. De voorstellen die thans zijn
gepresenteerd zijn al eerder aan de raad voorgelegd in de raadsvergadering
van juni 1988 en waren afkomstig van het toenmalige stichtingsbestuur. Het
college zal in zijn hoedanigheid van stichtingsbestuur het meerjaren-
investeringsprogramma nog deze maand aan de deelnemers van de
Sportstichting voorleggen. Mocht dat overleg tot wijzigingen aanleiding
geven, dan zal de raad uiteraard geïnformeerd worden. Om nu toe te zeggen
dat er een alternatief zal komen, loopt vooruit op dat overleg en lijkt het
college niet passend.
Dan met betrekking tot de adviesinstantie, bestaande uit burgers en
betrokkenen, die zich dus zou moeten buigen over het zwembad heb ik zojuist
al een opmerking gemaakt. De toekomstige gebruikers zullen bij elkaar
worden geroepen als de toetsing volledig gereed is. Nu dus geen
institutionalisering.
Mijnheer de voorzitter, ik hoop dat ik alles heb rondgemaakt. Ik heb nog
één opmerking te maken, misschien wel de belangrijkste. Wij gaan er in
Soest langzamerhand aan wennen dat wij Olympische medailles halen. Ik denk
dat dat een uitdrukking is van het feit dat Soest een sportieve gemeente
is, bovendien wat dat betreft de nodige kwaliteiten in huis heeft. Wij
hebben een medaillewinnaar geëerd en wij zullen de volgende medaillewinnaar
ook gaan eren. Dat zal gebeuren a.s. maandag om vier uur. Het betreft een
zwemmer, dus we hebben De Turf daarvoor uitgezocht. We hebben het nieuwe
bad nog niet, anders zouden we het daar doen. De voorbereidingen voor het
eregebeuren zullen wij afronden en we zullen u tijdig informeren met
betrekking tot de hele context daarvan. Er zijn een aantal zaken uitgezet,
niet alles is al rond, de heer Van Os is daar heel nauw bij betrokken. We
hebben in ieder geval het tijdstip afgesproken, de plek afgesproken en dat
is uiteraard in overleg met de ouders gedaan.
VOORZITTER: Moet ik nu ook in zwembroek verschijnen?
Wethouder PLOMP: Dat kunnen we bij motie straks vaststellen, voorzitter!
Wethouder KINGMA: Ik heb begrepen uit een kranteartikel dat het dan een
kleurige zwembroek zal zijn en dat doet mij vreugd.
Voorzitter, ik zal een aantal opmerkingen die in de algemene beschouwingen
zijn gemaakt, zo gebundeld mogelijk proberen te beantwoorden. Allereerst de
opmerkingen die gemaakt zijn over vormen van budgetfinanciering. Ik denk
dat de opmerking die met name door het CDA gemaakt is van: kom snel zodat
we een dergelijke besluitvorming gevolgen kunnen laten hebben vanaf 1
januari 1990, dat we het daarmee eens zijn. Ik denk tegelijkertijd dat de
opmerking die gemaakt is in dezelfde sfeer door WD en PvdA om weliswaar
binnen de huidige subsidieverordening tot een meerjarenafspraak met C-drie
te komen, gebaseerd op onze meerjarenbegroting, ook tot concrete invulling
kan komen. Mocht dat concreet op papier staan, dan kunt u daar via de
raadscommissie ook geïnformeerd worden.
Ten aanzien van de oudere jeugd Overhees kan ik u meedelen dat, gezien uw
algemene beschouwingen, het college akkoord is met het naar voren halen van
een en ander vanaf 1989. De portefeuillehouder financiën zal nog aangeven
waar hij denkt dat het geld vandaan kan komen, want als we alletwee
tegelijkertijd in de schatkist gaan graven komt er misschien teveel uit en