24 oktober 1988 - 17 - dat is toch ook niet de bedoeling. Het volgende punt betreft de structuur van het sociaal cultureel werk, althans zo vat ik het dan maar op, aan de hand van opmerkingen die met name door de PvdA en WD gemaakt zijn. Ik denk dat ik kan zeggen dat ik blij ben met de duidelijke signalen die daardoor uitgesproken worden. Ik denk dat het inderdaad tijd is voor duidelijkheid op dat terrein, dat taakverdeling, organisatie, aanpassingmogelijkheden aan de marktontwikkelingen, beheer en gebruik van accommodaties inderdaad op een betere manier aangepakt moeten kunnen worden. In de commissie zijn daar al eerste afspraken over gemaakt hoe dat verder aangepakt zou kunnen worden en besproken in de commissie. Een beleidsplan zoals door de WD is gesuggereerd, is misschien toch een wat te wijds begrip, maar u kunt ervan verzekerd zijn dat een goede notitie daar toch wel bij nodig is en die mag u dan ook verwachten. Ik zeg sociaal cultureel werk, alhoewel de WD met name jeugd- en jongerenwerk heeft genoemd, omdat bij een discussies over verschuiving van taken, discussies over gebruik van accommodaties, je er toch niet omheen kunt dat dat het jeugd- en jongerenwerk overstijgt en dat ook met name het sociaal cultureel deel van het ouderenwerk daar toch bij betrokken zal moeten worden wil je tot goede afspraken kunnen komen. Wat niet wil zeggen dat het allemaal in één organisatie zou moeten, dat is weer een heel andere discussie. Daarop aansluitend heeft eigenlijk het CDA gezegd dat er voldoende ruimte voor het particulier initiatief zou moeten zijn. Nu spreek ik geloof ik liever in het vervolg over een maatschappelijk initiatief, want dat kan op allerlei manieren gelezen worden en met particulier initiatief wordt vaak het bestaande bedoeld, terwijl ik denk dat in een maatschappij in beweging je mag verwachten dat er nieuwe ontwikkelingen zijn. Dus maatschappelijk initiatief klinkt mij plezieriger in de oren. Maar dat even terzijde. De ruimte die voor het particulier initiatief wordt gevraagd is op zich terecht. Die is er ook denk ik. De heer Pothuizen van D'66 heeft al eens eerder gezegd dat het maatschappelijk initiatief en de gemeente met zilveren koorden aan elkaar verbonden zitten. Misschien dat we vanaf vanavond, gezien de berichten die u ons heeft doen toekomen, over gouden koorden moeten spreken, met uitzondering van de heer Visser misschien die het liever over een bronzen koord zou willen hebben. Dat we het eigenlijk ook moeten zien als inderdaad een samen op weg zijn, waarbij de gemeente de randvoorwaarden bepaalt, dat zijn politieke uitgangspunten, in grove lijnen en dat mede op initiatief overigens van het maatschappelijk initiatief, er een planning tot stand komt waarbinnen die ruimte vanzelfsprekend aanwezig is, nu al. Dat niet iedereen die goed gebruikt, blijkens ook de discussie die er is over het punt van de organisatie en de structuur, dat mag duidelijk zijn. Maar middels werkplannen, beleidsplannen, via de structuur van de welzijnsplanning, denk ik dat er enorme ruimte is voor het maatschappelijk initiatief en veel instellingen gebruiken die ook, volkomen terecht. Ten aanzien van het ouderenbeleid zijn een groot aantal opmerkingen gemaakt. Je mag daaruit concluderen dat die krant tijdig bij u in de bus is gevallen, de krant die als extra editie is verschenen omtrent de ouderendag. Ik heb u dan ook regelmatig in de wandelgangen daar tijdens die dag aangetroffen. Het resultaat ligt voor ons. Dat betekent voor het college dat uw suggesties om het verschuiven in het flankerend beleid van gemeente naar anderszins inkomsten van 28.000,- teruggedraaid worden. Het CDA vroeg om een toelichting. Ik denk dat ik het laat bij de constatering dat het voorstel wordt teruggetrokken op grond van uw suggesties. Ten aanzien van allerlei andere flankerend beleid voorstellen, onder andere een lagere prijs voor warme maaltijden zoals D'66 noemt, de subsidie van de ouderenbonden zoals onder andere door het CDA genoemd is, een bijdrage aan de AROS als lokale omroep, zoals de WD stelt, dat zijn toch zaken die op

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 272