24 oktober 1988
- 27 -
veiligheidsmaatregelen die getroffen moeten worden wel degelijk aan mij
moeten worden voorgelegd en ik heb u al eerder -ik meen in a.b.z. in
antwoord op vragen van de heer Visser- toegezegd dat als die veiligheids
maatregelen niet voldoende zouden zijn dat ik dan altijd kan zeggen: ik
vind het niet voldoende en wat mij betreft gaat het niet door. Dat is denk
ik de goede route. Ik denk dus -maar dat is een persoonlijke inschatting
dat die hele zaak voorlopig wel van de baan is en dat we ons niet teveel
zorgen daarover hoeven te maken. Als het zover is heb ik toegezegd aan de
heer Visser dan zal ik tijdig in overleg treden met de commissie a.b.z. met
andere woorden, dan is het in feite aan de raad. En zo hoort dat.
De opmerkingen over zaken vrede, veiligheid aangaande, ik zou daar
eigenlijk heel kort over willen zijn. U heeft toegezonden gekregen dit
weekend -dat heeft u waarschijnlijk ook nog niet gezien- voorstellen
omtrent de behandeling van dit soort zaken. We hebben dus een aantal
criteria, toetsingspunten ontwikkeld waarop we voortaan dit soort
initiatieven kunnen gaan toetsen. Of dat de juiste zijn en of dat de juiste
methodiek is, dat moet dan maar in de volgende raadsvergadering blijken. U
moet het eerst maar eens lezen, zou ik willen zeggen. In ieder geval komen
we daar volgende raad uitvoerig op terug.
Tenslotte kom ik bij de heer Meilof, die opmerkingen heeft gemaakt over de
opening van een gokwinkel voor paardenracesWat ik daarvan vind vanuit de
algemene verantwoordelijkheid van het college en of de wethouder die de
winkel geopend heeft dat eigenlijk wel kon doen, gelet op de negatieve
aspecten die aan gokken zitten. Ik wou er alleen dit over zeggen: op
zichzelf is het gokken bij paardenraces een toegelaten, expliciet
toegelaten activiteit. De wetgever heeft dat nu eenmaal toegelaten en daar
hebben we ons aan te houden. Er is een nieuwe vorm gevonden om dat onder de
mensen te brengen. Op zichzelf blijft het een verantwoordelijkheid van
ieder individu om daar al of niet aan mee te doen, dat zult u met mij eens
zijn. De opening door wethouder Plomp in dit geval, is natuurlijk iets dat
wij op zich als college steunen. Zulke dingen doe je namens het college,
namens het gemeentebestuur, dat doe je niet namens jezelf maar in je
functie van wethouder. Dat betekent dat op zichzelf daar geen bezwaar tegen
is. Het gaat er vooral om, daar hebben wij het accent op gelegd, dat er een
winkel aan ons totale pakket is toegevoegd waar kennelijk ook de bevolking
een behoefte aan heeft. Meer is het niet geweest. Wij willen natuurlijk
niet op zichzelf allerlei negatieve effecten van gokken bevorderen, dat is
natuurlijk duidelijk.
Terug nu naar de opmerking die u ook herhaalde daarnet, omdat u het
kennelijk een voor u heel belangrijk punt vond, de zaak van de opvattingen
van christenen. U heeft gezegd: "Ziet u het ook als uw zorg om die waarden
voor ons land, voor Soest te behouden die het de christen mogelijk maakt
in vrijheid met gelijke kansen te leven als degenen die afgerekend hebben
met God en Zijn dienst?" Laat ik er dit over zeggen. Mijn persoonlijke
oprechte overtuiging is dat een ieder in onze gemeente in absolute vrijheid
zijn overtuiging moet kunnen belijden en voor zijn overtuiging moet kunnen
uitkomen. Hij is wel verantwoordelijk voor wat hij zegt, natuurlijk, maar
hij moet een vrijheid hebben. Daar mag niemand minder kansen hebben dan een
ander, of hij nu christen is of niet-christen. Als het er u om gaat dat
waarden die met name vanuit de christelijke geschiedenis in onze
samenleving zijn ingebracht, worden behouden -en dan denkt u misschien aan
solidariteitgevoelens en dat soort zaken- dan denk ik dat dat begrippen
zijn die door iedereen worden onderschreven en dat daar geen enkele
discussie over is. Ik denk dus ook dat wij als gemeenteraad ervoor zorg
moeten dragen dat als daar een aantasting plaats vindt en als dat zou
gebeuren, dat wij daar onmiddellijk voor op de bres staan, net zoals
wanneer het gaat om fascisten, om mensen die totalitaire regimes wensen te