nr10a
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente
Soest op woensdag 26 oktober 1988 te 14.00 uur.
Voorzitter: de heer mr. P. Scholten, burgemeester;
Secretaris: de heer W.P. de Kam.
Tegenwoordig de leden: J.A. Baks, G. Beijen, W.A. Blaauw, mevr. A.
Blommers-BiezenoC. Boerkoel, A.W. van den Breemer, J.J. EbbersJ.
van Esseveld, R.E. van Gelder, mevr. B.M. Gerritse-van EeF. Kingma,
A.F.M. Krijger, R.A. van Logtenstein, mevr. A.M. Meijer, W.R. Meilof,
J.L. MenneJ.Th. Oudemans, G.A.W.G.A. Plomp, A.E.C. Pothuizen, mevr.
W.A.A. Stekelenburg-Ruitenburg, H. Strietman, mevr. A.D. Tomassen-
Holsheimer, C. Verheus, J. Visser, mevr. M.J. Weidema-WoensdregtR.
Wijmenga
Afwezig met kennisgeving: mevr. J. Greefhorst-van Overdam.
VOORZITTERIk heropen de vergadering en deel u mee dat mevrouw Weidema wat
later zal komen. Mevrouw Greefhorst is nog afwezig.
We hebben intussen nog twee moties op onze tafel gevonden, die van
Progressief Soest hebben we genummerd 19 en 20 en we stellen voor om die
twee moties te behandelen bij punt C) van het procedurevoorstel onder
cultuur en recreatie, waar dus ook de sport onder valt.
Ik neem aan dat iedereen het procedurevoorstel voor zich heeft, zodat we
goed kunnen opereren. Het is in principe op dezelfde wijze als vorig jaar,
maar het is toch plezierig dat we het zo duidelijk voor ons hebben, zodat
iedereen weet waar we ongeveer zijn. Ik hoop ook dat op de perstafel zo'n
exemplaar ligt, dat is wel makkelijk, en bij de publieke tribune ook, zie
ik. Dan gaan we beginnen en geef ik als eerste het woord aan de heer Menne.
Ik hoop dat we het zo kunnen doen dat we de begroting in ieder geval
vanmiddag afronden. Ik denk dat dat toch wel mogelijk moet zijn. We moeten
dus wel begrijpen dat het Welzijnsplan en de Cultuurnota moeten worden
meegenomen zoals we dat hebben afgesproken. Het is goed dat u dat ook nog
even voor uzelf vaststelt, dat gebeurt dus ook bij hoofdstuk 5.
Eerst nu de wethouder financiën in zijn tweede instantie beantwoording van
de opmerkingen die door de raad zijn gemaakt.
Wethouder MENNE: Dank u wel, voorzitter, er waren nog enkele vragen gesteld
in tweede instantie door u. De eerste vraag betrof met name de verkoop van
losse stukjes grond zoals dat vroeger en ook de laatste tijd wel is
voorgekomen, zij het dat dat in aantal zeer gering is. Ik wil een enkele
opmerking daarover maken, maar op de eerste plaats wil ik zeggen dat ik
graag natuurlijk voldoe aan het verzoek om deze aangelegenheid -het
verkopen van stukjes grond- in de commissie grondbedrijf te bespreken. De
openbare inschrijving in Soest wordt als eerlijk ervaren. Pas indien de
gemeente daarvan afwijkt, zoals nu bij Nieuweweg 88, dan krijgen we nog wel
opmerkingen. In de praktijk blijken de verkoopprijzen die de gemeente
vraagt zich te bewegen op ongeveer 60% van die van de makelaars in Soest en
deze gemeentelijke lage prijs ontstaat in hoofdzaak door de sociale
voorwaarden waaraan de gemeente, zoals met u is afgesproken, zich dient te
houden. Soms 50%, maar laat ik aannemen gemiddeld 60% van de prijs die dus
de markt doet en uw verzoek gaat in de richting van nog meer voorwaarden,
waardoor wij de prijs dus nog lager zullen moeten stellen. Het lijkt me dat
dat dan een uitkomst zou kunnen zijn. De commissie financiën en
grondbedrijf heeft eerder daarover gesproken en ik wil daar dan nog bij
opmerken dat in het verleden daar ook wel door de raadsleden is gezegd: kan