26 oktober 1988 - 3 - afgerond. Uiteraard is daarvoor medewerking van anderen, respectievelijk eigenaren, noodzakelijk. In januari zal een nadere notitie gereed zijn over deze materie. Een vraag van D'66 met betrekking tot de Eng. Er zal een discussiestuk worden voorbereid met betrekking tot hetgeen door D'66 over de Eng is gevraagd. Dat is namelijk ook van groot belang voor de bedrijven die thans aan de rand van de Eng liggen en die in hun uitbreiding worden gehinderd. Voorstel is om een en ander bij de behandeling van het werkplan r.o. te betrekken. Er is gesproken over Zonnegloren. De suggestie met betrekking tot een korte bestuurlijke opdracht over de toekomst van het terrein, uiteraard met randvoorwaarden die door de raad dan gesteld zouden moeten worden, zal in het college worden besproken. Inmiddels is in een gesprek met Zonnegloren gisteren al geattendeerd op deze vraag vanuit de raad. Voor wat betreft de blinde vlek van de heer Visser verwijs ik naar de discussie die in de laatste vergadering van de commissie r.o. heeft plaatsgevonden. De heer Visser kan daar bij de behandeling van het verslag desgewenst op terugkomen. Met betrekking tot het recreatie- en kampeergebeuren is op dit moment een stuk in voorbereiding dat in het voorjaar in discussie zal komen. Het verzoek om de kwestie van het openbaar vervoer in groter verband te bespreken zal aan onze vertegenwoordiger die in het gewest zit, links naast mijworden meegegeven. Overigens is de zaak al in het dagelijks bestuur van het gewest aan de orde. Opmerkingen van de heer Meilof met betrekking tot het ouderenbeleid zullen in de toegezegde nota worden meegenomen, ook de driegeneratiekwestie Met betrekking tot de geluidsoverlast op de vliegbasis deel ik u mee dat het college in zijn beantwoording hetzelfde bedoelt als wat in de motie staat verwoord. De sport. Suggesties als zouden de aanbevelingen uit een extern onderzoek, het VB.A-rapport die leiden tot een extreme verhoging van het passe- partout, door het college en de raad worden of zijn overgenomen, zijn prematuur en leiden tot onnodige onrust bij de sportverenigingen. Niet het college bepaalt de hoogte van de eigen bijdragen, het tarief wordt formeel door de nieuwe stichting vastgesteld. Dat moet overigens wel passen binnen het totale tarievenbeleid van de gemeente, zoals ik maandag al zei. Het tarievenbeleid is een zaak van de raad en niet van het college, als het gaat om uiteindelijke beslissingen. In de begroting van de Sportstichting voor 1989 is overigens het peil van 1988 voor het passé-partout gehandhaafd. Er is dus geen 2% verhoging toegepast. Deze begroting van de Sportstichting heeft ter inzage gelegen voor de vergadering van de commissie r.o. en men heeft daar dus kennis van kunnen nemen. Als de indieners van de motie bedoelen dat het tarief voor 1989 alsnog met 2% moet worden verhoogd, dan verneemt het college dat gaarne. Voor wat betreft punt 2 van bedoelde motie verwijs ik naar de brief van B&W in het kader van de beantwoording van de vragen die bij de behandeling van de concept-begroting in de commissie zijn gesteld. De door de PvdA daarbij genoemde voorstellen kunnen bij het overleg worden betrokken, u moet echter deze toelichting zien in het kader van de eerdere beantwoording dezerzijds namens het college die in eerste instantie is gepleegd. Zojuist is een motie van de heer Visser in ons bezit gekomen. Mijnheer de voorzitter, ik heb nog niet met de collega kunnen spreken over dat nieuwe gat dat daardoor in de begroting zal ontstaan. Ik denk dus dat we dat straks even moeten doen. Wethouder KINGMA: Ik loop maar even de notities van afgelopen maandagavond langs. Het eerste wat ik tegenkom is de discussie over de motie van D'66

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 302