26 oktober 1988
- 18 -
dat van mij bij de evaluatie.
VOORZITTER: Wethouder Menne over de leerplicht?
Wethouder MENNE: Het is inderdaad correct. De heer Meilof heeft die
opmerking gemaakt. Wat goed is hoeft natuurlijk niet altijd veel geld te
kosten. Het is natuurlijk het beste om optimaal te werken. Maar u hebt wel
gelijk, het is natuurlijk toch een geringe toeschrijving aan deze
activiteit. Ik kom er in de commissie onderwijs nog wel eens op terug of
inderdaad de activiteit die hierachter zit wel op voldoende wijze in onze
gemeente wordt onderhouden, wordt gerealiseerd.
VOORZITTERAutomatisering hulpsecretarie. We hebben het indertijd
onderzocht, zoals u zich herinnert. Toen bleek het nut en de kosten niet
tegen elkaar op te wegen. Misschien is de techniek nu weer zover voort
geschreden en in het kader van de nieuwe opzet van het Dorpshuis is dat
misschien ook een aanleiding. In ieder geval lijkt het mij goed om er nog
eens even naar te kijken en er eventueel op terug te komen.
De Europese gemeente. Daar is de intentie uitgesproken, daar zouden we lid
van moeten worden, van die vereniging. Ik heb daar op zich positief op
gereageerd. Het gaat eigenlijk niet zozeer om het geld, maar om het idee
dat je daar deel van uitmaakt, met alle voordelen die daarbij zitten. Hoe
dat precies is, wat dat betekent zal uiteraard nu uitgezocht moeten worden.
Daar zal ik informatie over verstrekken in a.b.z.
1. Openbare orde en veiligheid.
2. Verkeer, vervoer en waterstaat.
Heer POTHUIZEN: Voorzitter, mag ik daar toch nog een vraag over stellen?
Wij hebben inmiddels ontdekt dat er besluiten zijn genomen omtrent
waterschappen, twee en in de toekomst uiteindelijk één. Het wil ons
eigenlijk slecht heugen wanneer wij voor het laatst geïnformeerd zijn over
de effecten die dat nu voor ons als gemeente heeft, respectievelijk voor de
burgers gaat krijgen. Misschien kan daar ons nog eens informatie over
worden verschaft.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Ik denk dat wij u die toezegging moeten doen,
dat wij kijken wat de effecten zijn voor de bevolking en u daar bij de
eerstkomende gelegenheid over informeren.
3. Economische zaken.
Heer POTHUIZEN: Voorzitter, het gaat kennelijk zo verschrikkelijk vlug dat
ik echt mijn vinger bij de knop moet houden. Met betrekking tot economische
zaken zit ik nog even met de overgang tussen ons gemeentelijk gasbedrijf en
de boekhoudingsafronding daar en het nieuwe. We hebben in het verleden
afspraken gemaakt over de winstvaststelling, de overwinstvaststelling van
ons bedrijf. We zullen dus voor het laatst in 1988 naar ik hoop winst maken
en naar ik persoonlijk hoop ook nog overwinst maken. De procedure is dan
dat ons dat bij de voorjaarsnota wordt gemeld en dat dan al naar gelang de
stand van zaken die er is eventueel beslist zou kunnen worden, bijvoorbeeld
over de overwinst. Dat is in het verleden ook zo gegaan. Gaat dat in 1989
over 1988 ook zo?
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Dat zou zo gaan, mits er overwinst vast te
stellen is. Ik denk dat het op dit moment zo is: we hebben in september een