26 oktober 1988 - 5 - we ze keurig op een schoteltje. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Prima, dat is een daadwerkelijke vermindering. Maar het is zo ingeburgerd dat het heel moeilijk is om daar van de onderkant een stop in te bouwen. Ik kan dan ook heel goed met u meedenken als u zich afvraagt hoe we daar wat grip op kunnen krijgen, hoe we dat toch kunnen beïnvloeden. We doen ons best. We weten waar de problematiek ligt, alleen, de mens zelf maakt in wezen het afval. We doen het dus met z'n allen en we zullen er met z'n allen ook wat aan moeten doen. Klein chemisch afval. U heeft gevraagd wanneer we in Soest een proef gaan doen. Ik wil een parallel trekken met Soesterberg, waar we het vorige week hebben gedaan en ik kan zeggen met een zeer redelijk tot goed succes. Het aantal kilo's dat daar is ingezameld in die drie uur beliep toch gauw een 600, 650 kilo. Ik weet niet of u daar geweest bent, dan had u het kunnen zien. Er is een variëteit aan klein chemisch afval ingezameld en wij dachten in Soest in 1989 in het voorjaar een soortgelijke inzameling te doen, bij voorkeur in de hele gemeente, maar zeker in een aantal wijken. Het zal waarschijnlijk de naam gaan dragen 'grote schoonmaak'. Dat betekent dat we zoveel mogelijk van dat klein chemisch afval bij de mensen weg willen laten halen. De heer Boerkoel benadrukte nog het scheiden aan de bron. Dat is inderdaad het meest wezenlijke. Op basis van de gedachten die binnen het college leven en die ook zijn vastgelegd in de reservering van gelden en ook op basis van het overleg in Utrecht en Amersfoort, mag u van mij aannemen dat daar daadwerkelijk aan gewerkt wordt, aan het bezien van de methodiek, het kiezen van de methodiek en dan uiteindelijk proberen om met zoveel mogelijk gemeenten dezelfde methodiek te hanteren en dan gezamenlijk tot een maximaal tonnage te komen om zodoende dat toch financieel acceptabel te houden. Wat dat betreft zou ik u willen aanraden om met extra veel belangstelling te kijken naar de komende commissie r.o. waarin een aantal agendapunten staan die ook in die richting wijzen, de mogelijkheden kunnen gaan openen om daar in de naaste toekomst wat mee te doen. De heer Meilof heeft geen problemen met het voorstel en vindt het streven naar een overslagstation een goede zaak, daar moeten we snel aan werken. Hoe lang zijn we nog bij de AVU, vroeg u. Ik denk dat u het anders moet formuleren. Wij werken binnen de provincie Utrecht en daar is in de provincie een AfvalstoffenplanDat behelst dat binnen de provincie het afval moet worden aangeboden via Lage Weide. Ik moet u zeggen dat we daar eigenlijk op dit moment niet zo ongelukkig mee zijn, omdat dat een sterke prijsdrukkende factor is geweest in de onderhandelingen in het verleden. We hebben een contract via de AVU met de AVR in Rijnmond, wat inhoudt dat wij in de komende 4 jaar onze tonnages tegen een acceptabele prijs kunnen aanbieden. Ik hoop met u dat we na die tijd iets soortgelijks kunnen gaan opzetten. Vuil afvoeren is één, maar het ergens laten accepteren is een heel ander punt. Dat wordt steeds moeilijker, steeds kostbaarder. Wat mij betreft zou dan een goed contract met de AVR wel eens de oplossing kunnen zijn. Voorzitter, ik denk niet dat er nog veel andere punten in de vraagstelling zijn geweest. Een aantal mensen van de reiniging zitten op de tribune. Ik zal zeker de complimenten die zijn geuit meenemen. Ik denk dat die terecht zijn. Er is in de afgelopen maanden ontzettend veel werk verricht aan afvalstoffenproblematiek, het verwoorden daarvan en het financieel onderzoek. Wij kunnen nu met de besluitvorming van hedenavond weer heel normaal en goed aan het werk gaan. Mevrouw TOMASSEN: Ik heb nog geen antwoord gekregen op de vraag of u van plan bent om het grofvuil wat minder frequent op te halen, als proef.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 358