17 november 1988
- 2 -
Is er inmiddels overleg geweest tussen uw college en de gemeente
Leusden om het voorstel van de staatssecretaris te bespreken om
tot een ruiling van militair oefenterrein te komen?
Is er naar aanleiding van uw brief aan de staatssecretaris van
Defensie dd. 26 oktober j.1. reeds een nieuwe afspraak gemaakt
voor hernieuwd overleg?
De gezamenlijke fracties van de gemeenteraad van Soest.
VOORZITTERAlle fracties hebben ondertekend. Hebben de opstellers van deze
vragen nog behoefte om dit nader toe te lichten?
Heer BLAAUWJawel, voorzitter. Eigenlijk valt er weinig toelichting te
geven op deze simpele vragen. Uw antwoord zou denk ik twee keer 'nee'
kunnen zijn. Maar zo eenvoudig ligt het niet, want deze vragen hebben een
toch wel diepe achtergrond en daar zou ik graag met uw toestemming even op
in willen gaan. Staat u mij toe dat ik er daarom wat meer over zeg dan
eigenlijk zou moeten misschien. Niet zozeer voor uw college, want het is
voor u allemaal volkomen bekend, maar meer voor de collega raadsleden die
misschien niet volledig geïnformeerd zijn en natuurlijk ook voor de Soester
burgers die waarschijnlijk helemaal niet weten wat ons boven het hoofd
hangt
Het zal ongeveer begin van dit jaar geweest zijn, denk ik, dat de
commandant vliegbasis in de commissie ruimtelijk ordening zijn plannen
bekend maakte om een golfterrein te willen aanleggen op het militaire
oefenterrein de Stompert. Zonder de medewerking van de gemeente zou verdere
uitwerking van de plannen natuurlijk geen zin hebben, vandaar dat hij zich
in die commissie aanmeldde. De commissie kon zich met zijn plannen
verenigen en de commandant vliegbasis ging verder onderzoeken in de
defensiekanalen of de zaak haalbaar was. Daar kwamen toen de problemen.
Zeer in het kort gezegd, de Directie Gebouwen, Werken en Terreinen van de
afdeling ruimtelijke ordening van het Ministerie van Defensie wilde niet
meewerken aan het plan van de commandant en adviseerde negatief aan de
staatssecretaris. Gelukkig was er een goede samenwerking tussen uw college
en de commandant van de vliegbasis en ik stond op de achtergrond stiekem
mee te luisteren en wist dus ook waar het over ging.
U heeft toen een brief geschreven aan de staatssecretaris van Defensie om
hem te verzoeken zijn medewerking te verlenen om dit militaire oefenterrein
te verklaren tot een militair terrein met in vredestijd de bestemming
"recreatiegebied voor burgers en militairen". Hoe we dat zouden invullen,
kunnen we dan later in gemeenschappelijk overleg bespreken. De
staatssecretaris deelde u toen mee waarom hij niet op uw wensen in kon
gaan. Deze brieven zijn bij de raad niet bekend, naar ik aanneem.
U vroeg een gesprek aan en probeerde op 29 september de staatssecretaris
opnieuw te overtuigen om onze wensen te vervullen. Deze benoemde daarop een
commissie die direct een onderzoek moest instellen en hem van advies moest
dienen om de haalbaarheid van het genoemde project te gaan onderzoeken.
Intussen stond ik op de achtergrond mee te luisteren, was van alles op de
hoogte, maar kon niets doen omdat het nog steeds een collegezaak was die
eigenlijk niet naar de raad toe was gekomen. Via mijn militaire
vriendenkring was het toen niet moeilijk wat gewaar te worden wat er in het
Haagse zou worden geadviseerd aan de staatssecretaris. Wij konden dus wel
verwachten welke koers hij zou gaan varen.
Hoewel nergens iets vertrouwelijks aan de zaak kleefde, dat wil ik
duidelijk stellen, kwam het niet in de commissie r.o. omdat er verder door
r.o. nog steeds geen advies te geven was. U was nog steeds in gesprek en u
had nog geen advies nodig.
Daarop volgde op 21 oktober het tweede gesprek van uw college met de