17 november 1988
- 15 -
wijze waarop dat kon.
In ieder geval moeten wij natuurlijk behalve emancipatie ook de inspraak
in het oog houden waartoe wij ook -nu kijk ik even naar D'66 met name en
naar de PvdA- bepaalde besluiten hebben genomen. We hebben hier liggen een
echt overduidelijk voorbeeld in dit geval, alleen is het erg concreet, het
wordt nu erg moeilijk voor u. U heeft eerder gezegd: inspraak, we moeten
het veld aan het woord laten. Nu hebben we het veld aan het woord gelaten,
u hebt de brieven gezien. Alleen is het heel vervelend dat het nu niet
uitkomt. Dat is nu het vervelende. Daar heb ik alle begrip voor, maar ik
wil u wel op het volgende wijzen. Ik lees even voor uit de brief van de
gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, dat zijn dus de ouders en het
team. "Het komt regelmatig voor dat een schoolteam een groepsleerkracht
wenst -dus een mannelijke leerkracht- in plaats van een groepsleraresdit
in verband met de samenstelling van het team. Geen versnippering van de
teamformatie (dat gaat over de deeltijdarbeid), geen kleinere functies
scheppen dan 20 uur." Wij hebben daar zelfs aan toegevoegd: 20 uur per
school per leerkracht. Dat is een verdergaand voorstel dat ook geboren is
uit de wensen van het veld die zeggen dat kinderen, vooral de kleintjes,
niet meer dan twee gezichten per week voor zich moeten hebben tijdens de
lessen. Dat heeft te maken met rust, concentratie en vertrouwen in de
betreffende groepslerares. Het zijn natuurlijk meestal vrouwen in Soest, we
zitten op 77%. Voor wat betreft de directeuren zitten we misschien
binnenkort op 50% indien we voor de vacature bij de Regentuuter een vrouw
zouden benoemen. Dat komt in Nederland bijna niet voor. Dat even voor wat
betreft de inspraak. Ik kan natuurlijk ook nog de brief van het
directieteam aanhalen. Die is in onderdelen nog even iets feller en iets
concreter, dat weet mevrouw Meijer ook. Ik wil u daar toch even op wijzen
dat het college de inspraak toch als een belangrijk punt ziet. Natuurlijk,
de emancipatie ook, maar we hebben ook afspraken met betrekking tot de
inspraak
Nu even over de tweehoofdige leiding. Daar is door enkelen van u op
ingehaakt en terecht. Ik moet eerst iets zeggen met betrekking tot de
vorm, als zou het verslag het niet melden. U moet zich niet vergissen, u
hebt waarschijnlijk gekeken in het raadsvoorstel en wat daarbij geplakt
zat. Daar waren namelijk de wijzigingen op het eerdere raadsvoorstel
uitgeknipt en geplakt op het groene papier. Echter, in het verslag komen
bovendien voor de algemene opmerkingen, onder andere wat uit het overleg
naar voren kwam met betrekking tot die tweehoofdigheid. We hebben gezegd:
we gaan in zijn algemeenheid gewoon een notitie opstellen, waarin wij de
voor- en nadelen van de tweehoofdige schoolleiding op een rijtje zullen
zetten. Ik heb dat toegezegd en ik wil dat hier ook herhalen, mevrouw
Weidema, een notitie ter evaluering van wat er in Soest aan de hand is. We
hebben eerder daarover gesproken, toen was de raad ook verdeeld. Echter, we
hebben een besluit genomen dat er in Soest eenhoofdigheid zou zijn,
aangezien toen duidelijk was bij de meerderheid dat dat meer voordelen dan
nadelen had. Het zou niet juist zijn om nu te zeggen hoe het standpunt van
het college op dit moment is. Ik stel u echter voor wat hier nu staat te
handhaven en inderdaad dan te evalueren. Ik zeg u toe dat we ernaar zullen
streven om dat volgens de planningskalender in maart 1989 te zetten. Aan de
hand van de notitie heeft u dan de gelegenheid om over die tweehoofdigheid
te spreken. Ik zou u als wethouder onderwijs willen vragen verder de zaak
in het onderwijs te laten zoals die op dit moment is.
Vraag 1 van mevrouw Meijer is een algemene vraag: willen B&W dat meisjes
domme gansjes blijven? Natuurlijk niet. Dat willen wij helemaal niet. Ik
kijk en spreek alleen u aan, mevrouw Meijer. Ik overleg graag met u
aangezien ik weet dat u dat helemaal niet bent. Er is ook helemaal geen
sprake van, ik vind ook dat je dit soort zaken niet op deze wijze benadert.