29 oproepen, dat het frequente overleg weet, dat men precies weet hoe de vlag erbij staat over bepaalde zaken, dat een bibliotheek werkt binnen een plan en een begroting door de gemeenteraad vast te stellen, dus hoewel ze zelfstandig een bibliotheek exploiteren weten we goed wat ze daar doen. We vinden het verder eigenlijk onredelijk -want dat halen we er niet goed uit, hoogstens dat men constateert dat de rekening is overschreden- dat men zonder behoorlijke motivering één van de instellingen een extra bezuiniging oplegt. Dat vinden wij niet juist en we nodigen u dan ook uit om ten laste van het overschot 1987 de overschrijding ten laste van de gemeente te laten komen, zeker omdat het incidenteel is en dat daarna men zeer zuiver heeft kunnen werken en kunnen begroten. Mevrouw MEIJER: Mijnheer de voorzitter, na alles nog eens goed bekeken te hebben en met nadere informatie van de kant van het bibliotheekbestuurzijn we tot de conclusie gekomen dat wij het bibliotheekbestuur niet helemaal de schuld kunnen geven van het extra tekort in 1986 van 38.000,- Dit tekort is niet ontstaan door wanbeleid, maar door omstandigheden die niet te voorzien waren. Ik noem een voorbeeld: mensen die voor de balie staan en moeten betalen, maar er op dat moment niet op rekenen en dan zeggen dat ze nog wel eens terugkomen. Deze leden zitten wel in het computerbestand, maar betalen jammer genoeg niet. Een bibliotheekbestuur kan er niets aan doen als iemand van de stadspost ziek wordt, waardoor men gedwongen wordt de post weer via de PTT te verzenden, maar het op deze manier wel begroot heeft. U moet toch ook toegeven dat de bibliotheek de afgelopen jaren drastisch moest bezuinigen, terwijl de politiek terecht toch heel graag wilde dat het filiaal in Soesterberg open bleef; door de Stichting wordt dat filiaal nu verbouwd. U moet toch ook toegeven dat het voor de bibliotheek op dit moment moeilijk is dit tekort op te vangen, temeer daar we nu al in 1988 zitten en ze terecht of niet terecht steeds de indruk kregen dat de gemeente het tekort zou bijbetalen. Wij zouden het erg vervelend vinden als zij dure leningen zouden moeten gaan afsluiten of personeel zouden moeten gaan ontslaan of weer uren zouden moeten gaan sluiten. De werkwijze van de gemeente is nu zo: houdt de stichting geld over dan vloeit dit terug naar de gemeente, maar komt men door omstandigheden tekort dan zeggen wij: los het zelf maar op. Die ruimte is er ons inziens bij het bibliotheekbestuur niet. Mijn fraktie wil dan ook voorstellen dat het tekort van 38.000,-, omdat het incidenteel is, door de gemeente betaald gaat worden. U heeft ook al gezien dat de begroting van 1987 wel sluitend is en dat ze nu ook met acceptgirokaarten werken. Heer BAKS: Mijnheer de voorzitter, eerst even een reactie naar de heer Visser toe. Het raadslid van het CDA dat namens deze raad in het bibliotheekbestuur zit, leest ook, maar meent binnen zijn eigen fraktie eigen prioriteiten te moeten kunnen stellen binnen de totaalafweging van alle facetten van die zaken die voor ons liggen. Namens de raad zal hij de belangen van de raad in de bibliotheek behartigen en omgekeerd. Wat het voorstel betreft, mijnheer de voorzitter, Soest mag blij zijn met zo'n bibliotheek. Ondanks de jarenlange kortingen van rijks- en gemeentewege hebben we een bibliotheekvoorziening op prima niveau. En dat mag best eens een keer gezegd worden. Een bestuur dat in staat is geweest het niveau te verbeteren met steeds minder middelen achten wij tevens in staat deze begrotingsoverschrijding op te vangen binnen het budget van anderhalf miljoen, zoals ook andere instellingen in Soest moeten doen. Wel moet ons van het hart dat de periode dat het bibliotheekbestuur dit kenbaar heeft gemaakt aan het college en het tijdstip waarop wij deze beslissing moeten nemen, wel erg lang is. Vanaf mei 1987! Ondertussen zijn er diverse gesprekken gevoerd en brieven heen en weer gestuurd. Die brieven, die gesprekken en de tijdsduur hebben ons inziens wel verwachtingen gewekt dat de overschrijding incidenteel wellicht door de gemeente zou worden gefinancierd. Vanuit die laatste gedachtengang, dat die verwachtingen reëel gesproken zouden kunnen ontstaan en de lange tijd vanaf mei 1986 dat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 38