17 november 1988
- 27 -
16. Voorstel tot het aangaan van een huurovereenkomst met het Gewest Eemland
inzake de huur van een perceeltje grond achter de brandweerkazerne ten
behoeve van de plaatsing van een oefenobject.
17. Voorstel tot het weigeren van een ontheffing als bedoeld in artikel 1 van
de Zoneverordening Hinderwet voor het oprichten, in werking brengen en in
werking, houden van een inrichting ten behoeve van de stalling van circa 15
paarden op/in het perceel Veenzoom 8a te Soest.
18. Voorstel tot het aangaan van een optie-lease overeenkomst met de Westland
Utrecht leasing b.v. ten behoeve van de financiering van het nieuwe
gemeentehuis
De voorstellen 16 tot en met 18 worden achtereenvolgens zonder discussie en
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
19. Voorstel om tot een betere beoordeling te komen van initiatieven gericht op
of in verband staande met zaken het buitenland betreffende.
Heer MEILOF: Voorzitter, een enkele opmerking. Al in de commissie
vergadering heb ik gezegd dat de motivatie op de eerste pagina mij niet zo
aanspreekt omdat daar wat te gemakkelijk in zijn algemeenheid gezegd wordt
dat dingen die bij de bevolking opkomen, waar gevraagd wordt om een mening
van onze kant, dat het eigenlijk wel een beetje logisch is dat wij daar
langzamerhand gevolg aan geven. Ik vind dat omdat wij het bestuur zijn van
de gemeente, niet zo vanzelfsprekend. Ik ben overigens blij dat u dat dan
ook uit de laatste opmerkingen a. b en c. dat het een taak van de gemeente
zou zijn, dat u dat weg hebt gehaald en dat u daarvan hebt gemaakt dat het
past in de sfeer van de gemeente. Dat was ook mijn voorstel.
Een andere opmerking die ik wil plaatsen is dat ik het een goede zaak vind
dat wij hier in deze richting regels gaan stellen om tot een heldere
besluitvorming te komen zodat we niet al te vage discussies hoeven te
krijgen. Ik had op een gegeven moment het idee van: ik zou niet zo goed
weten wanneer dit ter sprake komt. De zaken die tot nog toe ter sprake zijn
gekomen vond ik niet zo relevant dat de gemeente daar als bestuur een
uitspraak over zou doen. Tot mij te binnen schoot de gedachtengang die door
Progressief Soest de vorige raadsvergadering te berde is gebracht: de zaak
van hardhout uit tropische regenwouden. Als er nu een duidelijke zaak waar
het gaat om belangen van het buitenland, bepaalde groepen in het buitenland
die beïnvloed worden door het gedrag van de Nederlander, door het gedrag
van de Soester, door het gedrag van de koper, de bouwer zoals wij dat zijn
als we opdrachten geven, dan is het een besluit op dit gebied. Ik heb toen
op dat moment de zaken zoals ze door Progressief Soest zijn ingebracht niet
willen steunen omdat ik dat een te korte termijn zaak vond om onmiddellijk
te zeggen dat we het gemeentehuis zonder hardhout moeten bouwen. Dat vond
ik een gevaarlijke uitspraak. Ik vind dat het wel typisch een zaak is waar
de gemeente over zou kunnen nadenken, waar de gemeente bewust beleid op zou
kunnen maken. Wij zouden van bepaalde groeperingen die in Soest over deze
dingen nadenken, advies kunnen inwinnen op welke wijze wij daarop beleid
zouden kunnen maken. En dan alsjeblieft geen goedkoop beleid, zo van: ach,
wij gebruiken geen hardhout meer uit tropische regenwouden, maar
constructief beleid waarbij we ondersteunend zijn richting buitenland,
waarbij we op een voorzichtige manier omgaan met de gaven die in de
schepping gelegd zijn en tegelijkertijd op een plezierige manier in Soest
met materialen omgaan. Het lijkt mij ook een ramp als we in het vervolg
hier alles van plastic maken. Dat is even de reden waarom ik er best blij
mee ben dat wij een besluit in deze richting nemen.