17 november 1988
- 29 -
vind het dan ook wat jammer dat die verzwakking, om het woord taak te
vervangen door sfeer, heeft moeten plaatsvinden. Maar kennelijk was dat zo
en kan iedereen zich daarin vinden.
Met betrekking tot de activiteiten die in uw voorstel genoemd worden en die
hieronder vallen moet mij toch een opmerking van het hart. Daar zit toch
een zeker verschil in. Ik doel dan op activiteiten in het kader van
ontwikkelingssamenwerking, die het kenmerk hebben dat ze kleinschalig van
aard zijn. Het resultaat van die activiteiten komt rechtstreeks ten goede
van de ontvangende groep. Wij zijn er denk ik toch allen van overtuigd dat
er efficiënt wordt gewerkt en dat de gelden die daaraan besteed worden niet
aan de strijkstok blijven hangen.
Met betrekking tot activiteiten op het gebied van stedenbanden, jumelages,
zien wij toch wel risico's die daarin zitten. Het kenmerk daarvan is dat ze
een formalisering zijn en het formeel maken van activiteiten die op een
veel lager niveau, misschien zelfs wel kleinschalig, tot ontwikkeling zijn
gekomen. Dat, om met een term in het nieuwe jargon te spreken, de bobo's
daar om de hoek kunnen komen kijken en dat de strijkstok daar een wat
andere dimensie en een wat andere kleefkracht zou kunnen krijgen. U
begrijpt dus al dat mijn fractie niet zo enthousiast is om aan dat soort
aanwendingen van middelen mee te werken. U duidt op een voorstel dat eraan
komt en dat onze angst op dit gebied kennelijk al weg moet nemen. Nou, als
wij daar gelijkelijk over denken, dan is dat mooi, maar ik wil toch graag
dit geluid bij dit voorstel laten horen.
Verder zijn wij op zich akkoord met het voorstel.
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, mijn fractie gaat niet akkoord met
het raadsvoorstel zoals het er nu ligt. Wat wordt voorgesteld? a) Zaken het
buitenland betreffende meer tot de gemeentelijke sfeer en verantwoordelijk
heid te rekenen dan tot nu toe het geval is. b) Daarbij genoemde toetsing
van vijf criteria te hanteren om vast te stellen of in voorliggend geval
inderdaad van een gemeentelijke taak of verantwoordelijkheid sprake is. c)
Indien een dergelijke toetsing voldoende positief uitvalt -dus van alle
vijf criteria ieder afzonderlijk- zal een daaraan passend gevolg gegeven
moeten worden, inclusief verschaffing van de middelen die nodig zijn.
Dat stelt u voor en daar zijn wij het niet mee eens. Er zijn een aantal
redenen voor te geven. Allereerst de motivatie, die spreekt ons juist niet
aan. Zaken als een stedenband met Kozle/Kedz op initiatief van Soester
inwoners worden gekoppeld aan zogenaamde uitspraken over apartheid en
discussies over het toetreden tot een platform gemeentelijk vredesbeleid.
Dat zijn voor de WD wezenlijk verschillende zaken. Los van welke inhoud
van dit raadsvoorstel ook, achten wij een door de burgers gedragen band met
Kozle/Kedz zeer aanbevelenswaardig, waarbij de gemeente een groep burgers
steunt. Dat is te vergelijken met eerdere steun aan de Derde Wereld Groep.
Burgers, die hun initiatief door de gemeente gesteund weten als zij zelf
eerst een voldoende draagvlak hebben aangetoond. Wij hebben dus in deze
omvang geen behoefte aan uw raadsvoorstel.
Onjuist -en dat vinden wij kwalijk als het vaker gebeurt- vinden wij de
zogenaamde verwijziging naar een raadsuitspraak inzake de apartheid. Wij
zijn niet voor apartheid en hoeven ook apartheid niet te verdedigen. Maar
als burgers zich schriftelijk tot de gemeente richten, hebben zij recht -of
ze nu in of buiten Soest wonen- op een correct schriftelijk antwoord. In de
raadsvergadering van 16 juni j.1. is niet meer gedaan dan een concept-brief
van het college op initiatief van de raad te verbeteren. Dat is alles. Dat
mag geen grond zijn om nu te menen dat de raad, althans de WD, nu tot
uitspraken wil komen inzake buitenlandse aangelegenheden. Daar heeft de
gemeente geen taak in.
Anders kijken wij aan tegen de in uw voorstel genoemde criteria als deze