17 november 1988
- 31 -
ervaring in a.b.z. en ik roep als getuigen de leden van a.b.z. Maar ik wil
daar verder niet over discussiëren, ik zie alleen een wat ander standpunt
en dat is uw goede recht.
Ik constateer verder dat de bedoeling om het woord "taak" te vervangen door
"sfeer" toch wel goed begrepen is, dat het dus niet bedoeld is als een
actieve, eigen, initiërende activiteit, maar dat het een reageren is op
een zorgvuldige wijze op initiatieven vanuit de burgerij of vanuit een
andere kring, die op ons afkomen. Daarbij willen we wat anders, wat beter
gestructureerd overleggen en afwegen dan we misschien tot nu toe deden.
Misschien dat we in feite wel de criteria toepasten, impliciet in ieder
geval, maar het is goed dat ze expliciet gemaakt worden. Ik geloof dat dat
eigenlijk de essentie van de zaak is, wat zorgvuldiger, wat evenwichtiger
en ook bij verschillende gevallen op eenzelfde wijze proberen voorstellen,
ideeën te beoordelen. Dat is eigenlijk de hele achtergrond van deze zaak,
meer niet.
Ik loop even de opmerkingen langs. De heer Meilof heeft ervoor gepleit de
doelstelling duidelijk te hebben. Daar heb ik net al over gezegd dat ik dat
impliciet vind, dat het zo behoort te zijn. In feite verleent hij nu steun
aan een idee dat met name door Progressief Soest naar voren is gebracht en
waarvan hij nu bij nader inzien zegt dat het eigenlijk een goede zaak is,
dat je dat toch nader beschouwt en daar eigenlijk dan positief tegenover
zou kunnen staan. Dat vind ik een teken van stijl.
Dan de heer Verheusdie heeft instemmend gesproken over dit raadsvoorstel,
dat doet mij vreugd. Hij heeft over de jumelage gesproken. Ik stel voor dat
we dat punt volgende keer aan de hand van het concrete voorstel dat er dus
aankomt, nader zullen bespreken.
De heer Van Gelder stelt eigenlijk hetzelfde. Hij wijst nog eens op het
punt van de strijkstok. Ik vind dat er bij binnenlandse of buitenlandse of
echte gemeentelijke activiteiten of wat dan ook, nimmer sprake mag zijn van
een strijkstok, met welke kleefkracht dan ook. Een strijkstok is er niet om
te kleven, maar om muziek mee te maken, en het liefst welluidende muziek.
De heer Krijger heeft dus een wat andere invalshoek. Hij zegt: ik wil het
in ieder geval niet als een gemeentelijke taak zien, waarvoor die criteria
zijn opgesteld. Wij hebben daar eigenlijk overeenstemming over, want we
hebben gezegd: het is niet een echte initiërende gemeentelijke taak. Het is
voorzichtig geformuleerd overigens, daarvoor wil ik u toch nog eens wijzen
op het raadsvoorstel. Er wordt gezegd namelijk: om het meer in de
gemeentelijke sfeer te zien. Er wordt ook gezegd dat het een eerste aanzet
is. Het is allemaal zeer voorzichtig geformuleerd, in de hoop een juist wat
bredere steun te krijgen voor zo'n voorstel, omdat we ook wel weten dat het
nog allemaal wat nieuw is. Zoals ook de heer Pothuizen zegt: je moet er
eerst eens mee beginnen en kijken hoe het loopt als je met dat soort
criteria werkt.
U zegt -en dat ben ik dus bepaald niet met u eens- dat het onjuist en zelfs
kwalijk genoemd kan worden dat een zaak als een brief van het college, die
met de raadscommissie besproken is als antwoord op een zaak over apartheid,
hierbij gehaald wordt. Ik moet zeggen dat ik dat niet kan volgen. Misschien
dat u dat nog eens kunt uitleggen, maar ik begrijp niet waarom u nu zegt
dat dat niet in dit rijtje thuishoort.
Dan stel ik vast dat de heren Visser en Pothuizen dus ook akkoord gaan met
dit voorstel.
Heer MEILOF: Even een korte opmerking nog. U vertaalde de wat betere term
die nu in het stuk staat (sfeer in plaats van taak) naar het feit dat dat
zou betekenen en dat u er de inhoud aan geeft dat het alles te maken heeft,
dat het draait om initiatieven die vanuit de burgerij komen en die om die
reden overgenomen worden door ons als belangrijke, belangwekkende