17 november 1988 - 33 - de vereniging LOTA om lid te worden van deze vereniging. Heer VISSER: Voorzitter, als we net het vorige agendapunt hebben aangenomen, denk ik dat dit een logisch gevolg is en dat we niet moeten blijven dromen -om mevrouw Meijer te citeren- maar over moeten gaan tot daden en maar meteen de koe bij de horens moeten vatten, om een paar clichés- te gebruiken en lid moeten worden van dit platform. Dan kunnen we ook met andere gemeenten samen een vuist maken -oh nee, dat is geen goeie term in vredesbesprekingen- om in ieder geval met elkaar te overleggen hoe je dan op een goede manier met lagere overheden hiermee overweg kan gaan. Om daarbij dan af te zien van het verzoek om deel te nemen aan LOTA, daar ben ik het niet mee eensIk vind dat dat dan ook weer een gevolg daarvan is. Dus ik steun uw voorstel en gaat u alstublieft niet over tot het zogenaamde waarnemerschap, want dat vind ik flauwekul. Je doet iets of je doet het niet. Maar je gaat er niet bijzitten als een soort waarnemer om te kijken hoe goed anderen het doen. Ik vind dat je gewoon mee moet praten. Dus ik zou graag willen dat de meerderheid van deze raad lid wordt en ook van de LOTA. VOORZITTERDus het ene deel van het voorstel steunt u wel en het andere niet Heer VERHEUSMijnheer de voorzitter, we zijn deze raadsvergadering begonnen met een raadbreed aangenomen motie, maar ik denk dat over dit voorstel, dat ook twee keer in de commissie a.b.z. behandeld is, de meningen wel verdeeld zullen zijn. Ik zal nog slechts een enkele opmerking maken. De heer Visser zegt: dit voorstel aannemen is een logisch gevolg van het vorige voorstel. Daar kun je over van mening verschillen, maar ik denk het niet. Ik vind namelijk de koppeling van het eventuele waarnemerschap van dat Landelijk Platform Gemeentelijk Vredesbeleid met dat landelijke overleg tegen apartheid, niet zo erg gelukkig. Laatstgenoemd platform heeft contacten met instellingen die zelfs geweld niet schuwen. Ik vind het doorsnijden van benzineslangen nou niet bepaald passen in een democratisch bestuur. Dus wat betreft dat laatste steunen wij uw college Heer VISSER: Dat is niet zo duidelijk, voorzitter. Wie bedoelt de heer Verheus nou? VOORZITTERHij heeft het over de LOTA. Heer VISSER: Die snijden toch geen benzineslangen door? Heer VERHEUS: Het college komt nu denk ik met een vrij redelijk alternatief, want ook binnen het college zal deze zaak toch niet zo eenvoudig gelegen hebben. We hebben een afspiegelingscollege en dan is het ook binnen het college of binnen de raad toch vaak zo dat je compromissen moet sluiten. Als het college in dit voorstel ons in overweging geeft om voorshands als waarnemer tot dit landelijk platform toe te treden, waarbij ik aanneem dat het een unaniem collegevoorstel is, dan willen wij dat graag steunen De heer Krijger heeft bij het vorige voorstel al het een en ander gezegd, dus ik neem aan -dat was in de commissie althans zo- dat ook dit voorstel door zijn fractie zal worden verworpen. Het lijkt mij, mijnheer de voorzitter, dat als de raad uw voorstel volgt, u dan als waarnemer ons binnen dat platform gaat vertegenwoordigen. Heer MEILOF: Voorzitter, in de commissie ben ik er duidelijk genoeg over

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 400