38
VOORZITTER: Dat is duidelijk, ik geloof dat we het daar allemaal over eens zijn
met elkaar. Dat moet je gewoon doen. Het is ook goed dat het ook van tevoren
duidelijk is voor iedereen en niet zo'n beetje half achteraf.
Heer POTHUIZEN: Ik sluit mij er dus van harte bij aan, omdat ik daar in eerste
instantie ook iets van heb gezegd. Eén vraag is voor mij toch onduidelijk
gebleven. Ik heb begrepen dat in Amersfoort de aandeelhouders gevolmachtigde is
benoemd, daar is het de wethouder van financiën geworden, in Baarn is hij
benoemd, dat is dan kennelijk de burgemeester geworden. Waarom zouden we hem
hier niet kunnen benoemen? Wat staat ons in de weg eigenlijk? Ik kan dat niet
volgen.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Er staat helemaal niets in de weg. Ik kan eventueel
vragen wie zijn vinger wil opsteken, maar in het college is nog geen voorstel
besproken wat betreft de naam of de vertegenwoordiger die dat zou kunnen doen.
Heer POTHUIZEN: Is er niet een verantwoordelijk wethouder om dat soort
voorstellen te doen?
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Ja, natuurlijk wel. U moet daar niets anders achter
zoeken. Ik heb u toch gezegd dat het nog niet opportuun was. We moeten terug
naar de raad met twee andere zaken, dan nemen we dat mee op dat moment. Het is
zó tijdig, dat het de fusie totaal niet beïnvloeden zal. 1 januari 1989, dik
voor die tijd is dat besloten.
Heer POTHUIZEN: Alweer dat toontje van: ga maar rustig slapen. Nee, dat klopt
niet. In deze redenering zit iets fout. Dit voorstel is als geheel ontwikkeld en
aan alle gemeentes aangeboden. Dat wijst ook op de keurige stippeltjes zoals die
voorkomen. Er is dus nagelaten om ons een voorstel te doen. Ik wil graag van u
horen waarom is nagelaten ons dat voorstel te doen.
VOORZITTER: We moeten daar helemaal niet in deze sfeer over praten, over dit
soort dingen. Het gaat erom even een goede naam met elkaar af te spreken. Ik
stel voor dat we even schorsen. We gaan dan met elkaar overleggen en dat zullen
we u onmiddellijk voorstellen. Ik schors de vergadering.
VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. De heer Van Logtenstein zal een voorstel
doen aan u over degene die daar kan worden ingevuld als gevolmachtigde van de
aandeelhouder
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Er is van een aantal plaatsen de suggestie gedaan om
dat de wethouder van financiën te laten doen.
VOORZITTER: Het voorstel is dus de wethouder financiën, in dit geval dus de
wethouder Menne dit te laten doen. Daar zullen we dus over moeten stemmen straks
bij de besluitvorming over het hele voorstel. Mag ik aannemen dat de discussies
op dit moment afgerond zijn? Dan stel ik voor de besluiten even langs te lopen.
Punt a. akkoord. Punt b. akkoord. Punt c. akkoord. Punt d. dat komt dus nog.
Punt e. tot gevolmachtigde van de aandeelhouder, dat is dus de wethouder van
financiën, wethouder Menne. Akkoord?
Mevrouw BLOMMERSMoeten wij over personen niet met briefjes stemmen in deze
raad?
VOORZITTER: Ja, dat is correct, dat zullen we dus doen. Dat betekent dat u die
opmerking ook bij punt b. had kunnen maken. Misschien zou u het briefje zo
willen invullen: een letter b. en dan de naam van de heer Van Logtenstein, als u
het daarmee eens bent; onder e. de naam van de heer Menne als wethouder