om dat niet te doen. Niemand verbiedt het college bij raadsvoorstellen zoals die ons vandaag in een hoeveelheid hebben bereikt, mee te delen dat er op dat voorstel een minderheidsstandpunt ingenomen wordt. Als het gaat om een procesgang, een overleg dat je ook onderhandelen mag noemen, dan moet er een collegestandpunt zijn dat in één taal spreekt, dat één mond weergeeft. Daar is voor minderheidsstandpunten, in die situatie, geen ruimte. Daar wil ik van u graag een visie op. Wethouder PLOMP: Ik zal u daar een zeer duidelijk antwoord op geven. U zegt: daar waar sprake is van een overlegsituatie zou dat niet moeten gebeuren. Ik herhaal dat ik wat dat betreft u volkomen gelijk geef, als daar sprake is van een collegestandpunt dat ik te verdedigen heb. Het is alleen zo dat in het overleg dat op dit moment gaande is, er geen sprake is van een collegestandpunt. Het is alleen zo dat de stukken -ik heb het dan over het convenant en over de concept-statuten- ambtelijk stukken zijn waar het college kennis van heeft genomen en die het college ter bespreking voorlegt aan de vergadering. Het collegestandpunt volgt later. Ik kan op dit moment dus onmogelijk een minderheidsstandpunt in dat overleg innemen, omdat een minderheidsstandpunt ten opzichte van een meerderheidsstandpunt niet aanwezig is. Er is geen collegestandpunt en in dat kader moet u mijn antwoord zien. Als u verder wilt gaan en zegt: je mag in het overleg waar wel een collegestandpunt is geen minderheidsstandpunt beklemtonen, dan geloof ik ook dat je dat niet zou moeten doen. Maar dat is ook niet nodig, omdat in zo'n geval de stukken ter beschikking zijn van de vergadering en wat dat betreft heel duidelijk is dat het collegestandpunt er is. Je moet in een discussie natuurlijk de mogelijkheid hebben om wat dat betreft ook aan te kunnen geven -ik begrijp dat u dat ook bedoelt, ook in de raad- dat je dus een minderheidsstandpunt hebt. Maar op dit moment is in de overlegsituatie geen sprake van een collegestandpunt, dus kan ik daar ook geen minderheidsstandpunt überhaupt innemen. Het is een kwestie van overleg. Na dat overleg -het is de sporters in een besloten vergadering gisteren nog eens meegedeeld- wordt er teruggerapporteerd naar het college, dan neemt het college een standpunt in. Het is zo dat op dat moment de andere situatie intreedt waar u het over had. Dat is wat ik uit wenste te leggen. Maar ik denk dat voor wat betreft deze situatie er geen misverstand mag ontstaan dat enig lid van het college in enige vergadering meer beklemtoont zijn eigen standpunt en niet het standpunt van de meerderheid in het college. Ik hoop alleen dat misschien nog meer dan tot nu toe op het gebied van sport voorkomen kan worden dat er überhaupt sprake is van minderheids- en meerderheidsstandpunten. Ik hoop dat dat de situatie zal worden. Daar hoop ik in ieder geval een bijdrage aan te leveren, voor zover ik dat tot nu toe niet gedaan heb. Maar wat ik net zei had betrekking op de situatie die nu plaats vindt in het overleg. Daar is dus sprake van een ambtelijke notitie die het college voor kennisgeving heeft aangenomen en die ter discussie is. Daar kan dus geen minderheidsstandpunt over plaatsvinden. Heer POTHUIZEN: Waar niet is, verliest de keizer zijn recht, dat is heel duidelijk. Eén ding is ook heel duidelijk, in de voorafgaande situatie is het de commissie ad hoe en waarschijnlijk ook andere raadsleden niet steeds duidelijk geweest op welke punten er collegebesluiten waren en wat die dan inhielden. Ik denk dus dat, als ons weer stukken worden voorgelegd en ik heb bij de post gezien dat die ons weer voorgelegd zijn in de afgelopen periode, het goed is om aan te geven wat de status van dat stuk precies is. Alweer een misverstand minder Wethouder PLOMP: Ik denk dat het duidelijk is dat wij in ieder geval aan u moeten aangeven wat de status van de stukken is die u ter inzage krijgt. Ik herhaal dat de stukken die tot nu toe ter inzage hebben gelegen en de besluitenlijst van het college naar mijn mening voldoende inzicht geven in de status van de stukken. Vandaar dat ik nu herhaald heb dat zowel de concept-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 56