4
5
wat
niet
het gevolg voor de kwaliteit van de wegen als wij niet kiezen voor het bedrag
dat u hebt genoemd bovenop die 1,1 miljoen, maar een ander bedrag, 100.000,-
of 150.000,- En daar moeten ook niet over moeten vragen, dat moet gewoon aan
ons verteld worden, zodat we op voorhand enigermate kunnen zien wat we zouden
kunnen kiezen.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, de heer Boerkoel begon met: het is een
goede nota, toen heeft hij later een aantal opmerkingen gemaakt die de nota
toch weer even ondergroeven. Hij zegt: als ik daar antwoord op heb dan is het
voor mij ook een goede nota. In principe hebben wij een model gekozen, het
FITECH-beheerssysteem en u heeft daar uitvoerig kennis van kunnen nemen. Dat is
natuurlijk een methodiek en elke methodiek heeft zijn beperkingen, ook deze.
Maar ik moet vaststellen dat met deze methodiek en met de rekenmethode die
daaraan gekoppeld is, het heel goed mogelijk is om zowel onderhoud als
vernieuwingen in de tijd uitgezet te gaan overzien en een zodanige planning te
gaan opzetten dat je binnen een bepaald budget op jaarbasis over kunt gaan tot
een optimale conditie van het totale wegennet. Als u nu aan mij vraagt wat er
zou gebeuren als we in plaats van 125.000,- extra er slechts 75.000,- extra
zouden doen of slechts 25.000,-, dan is het duidelijk dat je met zo'n model en
het grote wegennet dat wij in Soest hebben -u weet het zelf wel, dat zijn
honderden kilometers- daar een aantal varianten uit kunt krijgen. Er zijn legio
mogelijkheden en dan moeten wij als mens weer gaan kiezen. De technici van onze
dienst moeten daar dan een keuze uit maken en vaststellen: in deze situatie,
gegeven deze omstandigheden, met dit verkeersaanbod, vinden wij dit de beste
benadering voor ons wegenpakket. Ik wil u wel toezeggen dat wij die
becijferingen kunnen maken en zullen gaan maken, omdat het namelijk terecht is
om vast te stellen dat als je 125.000,- meer op jaarbasis vraagt dat je dan
ook gaat aantonen wat je daarmee kunt gaan doen en wat je eventueel kunt doen
als je tot minder besluit. Dus ik denk dat we daar nog eens op terug moeten
komen, want wij hebben dat bedrag nog niet gevoteerd, het komt terug bij de
begrotingsbehandeling aan het eind van het jaar. We hebben dus voldoende kansen
om daar nog wat mee te gaan spelen.
Dan vraagt u of we in de nota wel de landelijke maatstaf gebruiken en u noemt
dan in één adem de Stichting Wegbeheer. Ik denk dat dat het antwoord is. De
Stichting Wegbeheer is een zodanig erkend instituut dat je mag zeggen: dat is
de landelijke maatstaf en dus gebruiken wij die landelijke maatstaf. Je kunt er
natuurlijk ook zelf bepaalde andere filosofieën op loslaten, maar er zijn nu
eenmaal landelijk aanvaarde getallen, net zo goed als je bij berekening van
aanneemsommen landelijke kengetallen hebt, heb je ook voor de conditie van
wegen, voor het opknappen van wegen en alle aspecten daarvan van het Studie
Centrum Wegbeheer een hondertal publicaties. Die gebruiken wij, omdat ze in
bijna alle gemeenten als richtsnoer worden gebruikt. Dat is denk ik de
beantwoording die in wezen voldoet aan uw vraagstelling. Ik komt er dus in een
later tijdstip op terug om u te laten zien wat wij met die gradering tot aan die
125.000,- kunnen doen op jaarbasis.
Heer BOERKOEL: Ik heb niet helemaal een antwoord gekregen, mijnheer de
voorzitter, ook al heb ik op een tweetal vragen wel antwoord gekregen. Ik heb
het college ook gevraagd of men bereid zou zijn, bijvoorbeeld bij
gelijkblijvende uitgaven en toch een opschroeving van het niveau van de wegen,
sommige wegen een andere bestemming te geven, zodat je daar waar je zwaar
verkeer verwacht in de toekomst, een andere bestemming aan de weg zou geven of
daar waar je juist het zwaardere verkeer niet wenst. Dus hoef je het niveau van
die weg ook niet op een hoger peil te brengen, je zou het zelfs op een lager
peil kunnen aannemen. Ik denk dat als u die toezegging doet dat er op die manier
gekeken zal worden in de toekomst daar waar we eventueel, net zoals de burger,
minder geld hebben uit te geven, dat het voldoende is.