uitkomen.
Een tweede zaak is meer een regionaal gebeuren. We zijn doende -daar is
vanmiddag ook weer een bespreking over geweest- om binnen de regio te
kijken naar een alternatieve los-/laadplaats voor vuil. Dat kan een
duidelijke kostenbeïnvloeding betekenen. Daar kan ik op dit moment niet
duidelijker in zijn dan ik heb gedaan. Provinciaal zijn er twee zaken in
beweging. Aan het eind van dit jaar, najaar 1988, komt er het Grontmij
rapport dat door de AVU is opgedragen. Dat rapport behelst de uitbreiding
op wat grotere basis van de groente-, fruit- en tuinafval binnen de
provincie, dus ook binnen het AVU-verband. Een tweede zaak is dan ook
duidelijk; wat is er voor alternatief aan te dragen ten aanzien van het
vuil dat wij naar de AVR moeten brengen?
Voorzitter, ik denk dat ik de boodschappen goed begrepen heb en dat ik ook
begrepen heb dat een aantal van die boodschappen contrair zijn; de een is
heel erg blij met de enorme toename en de ander zegt dat we het moeten gaan
beperken bij de bron. Kon ik dat laatste maar, dat zou ik dolgraag willen.
We nemen het mee en we gaan eraan werken.
VOORZITTER: Dan is het woord aan de raad in tweede instantie.
Heer VISSER: Nee, voorzitter, ik denk dat het verstandig is, omdat de heer
Menne zo in de knoei zit met zijn beide portefeuilles, om even te schorsen.
Ik begrijp dat hij als wethouder van financiën vooral geen concessies wil
doen aan de wethouder van onderwijs. Ik kan mij ook het omgekeerde
voorstellen, dat hij als ijzeren wethouder van onderwijs vooral geen
concessies doet aan zijn financiële status. Ik wil u als college graag de
kans te geven in een schorsing hem dat even bij te brengen.
VOORZITTERDan schorsen we even.
VOORZITTERIk heropen de vergadering. Het woord is aan wethouder Menne.
Wethouder MENNE: Voorzitter, we hebben besloten de raad het volgende voor
te stellen. We weten dat de wens is: twee cursussen van 30.000,-= per
cursus per periode. Wij stellen voor: één cursus van 30.000,- gedurende
twee jaar, dus 30.000,- in 1988 en nog eens 30.000,= in 1989.
VOORZITTER: Misschien is het goed, mijnheer Menne, dat u toch even zegt
wat het voorstel was, wat dat in zijn totaliteit zou betekend hebben,
financieel, en wat wij nu dus voorstellen. Het ging om de totaalbedragen.
Wethouder MENNE: Dat is natuurlijk eenvoudig, ik dacht dat de raadsleden
dat wel bevatten. Het totale bedrag in ons voorstel is 60.000,— over 1988
en 1989 en de wens, zoals het in het papier staat, is twee cursussen en dus
120.000,- totaal, 60.000,- in 1988 en 60.000,- in 1989. Wij vinden
dat wel veel, maar wij zouden het willen putten uit onvoorzien. Onvoorzien
heeft nog een bedrag van ruim een ton. Dat zou dus inderdaad kunnen, ook
indien het onvoorzien 1989 tekort zou schieten. Wat dat betreft is het dus
gedekt. In het geval dat we 120.000,- zouden toestaan, moet je al bij
voorbaat een beroep doen op het jaar 1989, wat onvoorzien betreft.
Heer VERHEUSMijnheer de voorzitter, eerst even naar de fraktievoorzitter
van de PvdA het volgende. Hij heeft mij nu wel geschiedvervalsing in de
schoenen geschoven en dat vergeef ik hem gaarne, maar het is niet waar.
Onze fraktie was destijds tegen de invoering van de mini-container. Er was
toen één stem meerderheid, waardoor het project geldig werd verklaard en