-18- Heer VAN GELDER: De hooftaken zoals ze hier staan zijn meer secretarieel, coördinerend etc. van aard, terwijl wij meer het accent zouden willen zien op een gangmaker van het hele automatiseringsgebeuren. Dan een amendement met betrekking tot punt 1.3, onder B, het tweede gedachtenstreepjewaarin staat "L&T-aanbod voor standaardprogrammatuur, tenzij een daarvan afwijkend standaardpakket aantoonbaar doelmatiger en doeltreffender is". Ik denk als we het zo aannemen, ook met de kanttekening die u plaatst, dat we in feite zeggen tegen u als college maar toch ook over, via of door u tegen het ambtelijk apparaat: er wordt niet gekeken naar vervangende produkten en je kan niet met voorstellen komen tenzij het aangetoond kan worden. Dat is om twee redenen denk ik niet goed. Het denken in de organisatie, het creatief denken over alternatieven dat stimuleer je daar niet door en naar de leverancier manoeuvreer je je op voorhand in een onmogelijke positie als je wat wilt gaan kopen. Want zelfs als je tot de conclusie zou komen dat er voorlopig geen andere leverancier met een bruikbaar produkt op de markt komt, dan nog is er geen enkele reden om op voorhand tegen die leverancier te zeggen dat je er alles koopt. Dus ik denk gewoon dat het onderhandelingstechnisch en ook als een soort richting naar de organisatie niet zo verstandig is om dat punt op te nemen. Mijn voorstel is om dat te schrappen. Hetzelfde geldt met betrekking tot het laatste gedachtenstreepje van punt B, "beheerssystemen, vastgoed van één leverancier, passend binnen L&T- concept"U kunt daar in de geest van de nota gewoon mee doorgaan, zonder dit zo expliciet vast te stellen. Hetzelfde geldt met betrekking tot C, eerste gedachtenstreepje. Er zijn meerdere mogelijkheden om op beperkte schaal systeemontwikkeling te doen. Een paar gedachtenstreepjes hoger spreekt u ook bij de PC-toepassingen over bijvoorbeeld D-base 3 voor kaartenbak, Mathplan voor Spreadsheet, Lotus- Symphonie, dat zijn ook allemaal hulpmiddelen waarmee je op beperkte schaal toepassingen kunt ontwikkelen. Als u dan bij C. dat eerste gedachtenstreepje vaststelt, dan is dat weer zo'n expliciete keuze voor één bepaalde leverancier. Dus ik zou graag die drie gedachtenstreepjes geschrapt willen zien. Als de raad of het college dat voorstel overneemt, dan zijn wij het overigens met de andere punten eens en denken dat we weer een goed piket hebben geslagen in het kader van het informatiebeleid. VOORZITTER: Even voor de duidelijkheid, over dat punt 1.2.F waar het gaat om de taakomschrijving, het lijkt mij goed om daar nog eens een keer in de commissie over te praten en niet nu in de zin van amendementen of vastgepinde standpunten. Daar moeten we dan nog maar eens even over praten, dat lijkt mij veel beter. Heer VAN GELDER: Als u zegt: die toezegging is er, dat we daar nog een keer over praten, dan is dat prima. VOORZITTER: Ja, dat moeten we denk ik op die manier oplossen. Voor het overige, de voorstellen die u doet, ik heb gezegd: in de geest -dat staat hier ook in de brief- zijn we het geheel met u eens. Er moet een wat ruimere formulering komen. Die ruimere formulering hebben wij getracht weer te geven in de brief. Daar geeft u nu deze invulling aan, daar komt een hele technische wereld achter weg. Het lijkt mij niet direct mogelijk, ik wil het even bekijken. Heer VAN GELDER: Ik wil dat misverstand uit de wereld helpen, het is niet technisch. Het is een soort voorstel dat ik doe, net zoals u zou zeggen: we

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 99