18 mei 1989
- 3 -
zijn om eenvoudige speeltoestellen in de desbetreffende wijk te
plaatsen?
Het antwoord van het college: De beantwoording van vraag 1 betekent dat de
benodigde financiële middelen, vooruitlopend op de herinrichting,
beschikbaar worden gesteld.
3. Is het college van burgemeester en wethouders alsnog bereid uitvoering
te geven aan de raadbrede wens nog voor de zomervakantie van 1989 een
eenvoudige speelvoorziening in het desbetreffende deel van de wijk te
realiseren?
Het antwoord van het college is ja, voor zover dit in verband met de
levertijd van toestellen mogelijk is, waarbij uiteraard ook moet worden
gekeken naar het eventuele verplaatsen van toestellen.
Mevrouw MEIJER: In die commissie is niet toegezegd dat het naar voren
gehaald zou worden. Er werd gezegd: het wordt bij het aanpakken van de wijk
in 1990/1991 pas gerealiseerd. Vandaar dus deze vragen, want wij willen het
dus juist naar voren halen, omdat men al vanaf 1986 wacht. U zegt nu dat
het al is toegezegd, maar dat neem ik niet aan.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, uit de beantwoording moge blijken
dat wij ernaar streven op het door de raad gewenste moment de toestellen
daar aan te brengen.
Mevrouw MEIJER: Dank u wel, dan.
Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het perceel
Dorresteinweg 70A.
Heer POTHUIZEN: Voorzitter, er staat in het stuk: "De commissie ging met
het bouwplan akkoord." Dat klopt, in meerderheid was dat het geval. Mijn
fractie was in de commissie tegen en ik verzoek u aan te tekenen dat mijn
fractie ook in dit geval geacht wil worden tegen te hebben gestemd.
Heer MEILOF: Voorzitter, toentertijd, toen de discussie ging om het nieuwe
bestemmingsplan -en dat is tenslotte een splinternieuw bestemmingsplan
stonden in dat papier enkele principiële uitgangspunten. Dat zijn de
doorzichtlijnen vanaf de Wieksloterweg. Die doorzichtlijnen worden op dit
moment geschaad als we dit plan uitvoeren. Toentertijd lag deze aanvraag er
ook al en ik heb toen gezegd dat als het zo is dat het nieuwe aanvullende
industrieterreintje daar op dat punt er tegenaan geplakt zal worden, dan is
dat gebied toch al bedorven en dan kunnen we hier ook verder op deze wijze
gestalte aan laten geven door de desbetreffende aanvrager. Maar daar is nu
helemaal geen sprake van. Er is nu dus ook geen situatie die gewijzigd is.
Intussen ontstaat er wel een situatie van rechtsongelijkheid. Er lag
toentertijd een aanvraag van 't Vaardehoogt om zijn kassen te mogen
uitbreiden in diezelfde lijn, in hetzelfde gebied met dezelfde
doorzichtlijnen. Daar is ook op grond van dezelfde principiële besluiten,
dezelfde principiële zaken afwijzend op gereageerd. Nu gaan we op één
aspect, voor één aanvrager die opnieuw hier aankomt, positief reageren. Ik
denk dat het niet realistisch is, dat het niet kan, ondanks dat het een
gebied is waarvan je zegt: door grote hopen, humushopen enz. is het toch al
een beschadigd gebied, dus ik kan me best voorstellen dat het gebeurt. Het
is principieel gezien een verfoeilijke zaak als we zo omgaan met deze
ruimte, vooral we de grenzen steeds iets verder gaan verleggen. Daarom ben